Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

BELASTINGRECHT
in beroep bij de belastingrechter


Inleiding: Waarschijnlijk leest u deze brochure omdat u te maken hebt met een beslissing op uw bezwaarschrift tegen een belastingaanslag of een andere belastingbeschikking. De beslissing waartegen u beroep instelt, de uitspraak op het bezwaarschrift,
kan zijn genomen door de rijksbelastingdienst, maar bijvoorbeeld ook door een gemeente, een waterschap, een zuiveringschap of een provincie. Tegen zo'n beslissing kunt u beroep instellen bij het gerechtshof. Als het om de heffing van invoerrecht gaat moet u bij de Tariefcommissie zijn. Is na één jaar nog geen uitspraak op uw bezwaarschrift gedaan en heeft het bestuurs- orgaan u geen mededeling gestuurd dat de uitspraak is uitgesteld, dan kunt u in beroep gaan en uw bezwaar rechtstreeks aan de rechter voorleggen.
Deze brochure verschaft u informatie over het beroep in belastingzaken. De regels voor bezwaar en beroep zijn sinds 1 januari 1994 gewijzigd in verband met de invoering van de Algemene wet bestuursrecht.  Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.


inhoud  

A. In beroep

B. De rechtszaak

C. De uitspraak

D. Vergoeding van proceskosten

E. Beroep in cassatie

Adressen Belastingkamers, Hoge Raad en Tariefcommissie

Andere brochures

lnformatie


A. IN BEROEP

1. lnleiding.

Als u het niet eens bent met de beslissing die is genomen op uw bezwaarschrift kunt u binnen zes weken beroep instellen. Bij de beslissing op het bezwaar behoort te zijn vermeld of u in beroep kunt gaan en waar u dit kunt doen. Ontbreekt deze informatie dan is het verstandig hiernaar zo snel mogelijk te informeren bij het bestuursorgaan dat de beslissing heeft genomen.

2. Waar stelt u beroep in.

Het beroep in belastingzaken wordt behandeld door de belastingkamer van het gerechtshof. Gaat het beroep over invoerrecht dan wordt het behandeld door de Tariefcommissie.

Op (de achterzijde van) de uitspraak op het bezwaarschrift staat bijna altijd vermeld bij welk gerechtshof u beroep kunt instellen. Voor de zekerheid zijn achterin deze brochure de adressen van de vijf gerechtshoven vermeld.

3. Hoe stelt u beroep in.

U stelt beroep in door een beroepschrift in te dienen. Het beroepschrift is een brief waarin u uitlegt waarom u het niet eens bent met de beslissing op uw bezwaarschrift. Ook geeft u aan hoe naar uw mening de aanslag, uitnodiging tot betaling of tariefindeling zou moeten luiden of dat er helemaal geen aanslag had moeten worden opgelegd. Het beroepschrift moet zijn ondertekend en van een datum voorzien. Met het beroepschrift zendt u een kopie van de beslissing op het bezwaarschrift mee. Wilt u nog meer stukken (bijlagen) meesturen die voor de beoordeling van de zaak van belang zijn, dan staat u dat uiteraard vrij. Tegen elke uitspraak op een bezwaarschrift moet een apart beroepschrift worden ingediend.

4. Binnen zes weken een beroepschrift indienen.

Uw beroepschrift is op tijd als het binnen zes weken na de dagtekening van de uitspraak op het bezwaarschrift door het gerechtshof is ontvangen. Uw beroepschrift is ook nog op tijd als het binnen zes weken per post is verzonden en binnen zeven weken door het gerechtshof of de Tariefcommissie is ontvangen. Is uw beroepschrift te laat ingediend dan loopt u het risico dat de rechter het beroep niet kan behandelen.
Het is niet nodig, maar wel verstandig om uw beroepschrift aangetekend of met bericht van ontvangst te versturen. U kunt dan aantonen dat u het beroepschrift op tijd hebt verstuurd.

5. U hebt meer tijd nodig.

Het kan zijn dat u aan de termijn van zes weken voor het motiveren van uw beroep niet genoeg hebt. Bijvoorbeeld omdat u eerst advies wilt vragen. Om uw recht op beroep niet te verspelen moet u binnen zes weken naar het gerechtshof of de Tariefcommissie een brief sturen, waarin u meedeelt dat u beroep instelt. U schrijft daarin tegen welke beslissing u beroep instelt (indien mogelijk een kopie van de uitspraak op het bezwaar reeds meesturen!) en waarom u om uitstel voor het geven van een motivering van het beroep vraagt. De griffier van het gerechtshof of de secretaris van de Tariefcommissie geeft u dan bericht over het verleende uitstel.

6. Griffierecht.

Als u beroep instelt bij het gerechtshof moet u een griffierecht van (momenteel) f 75, betalen. Bij de Tariefcommissie is het griffierecht (momenteel) f 150, . Voor mensen met een laag inkomen en voor zaken met een gering geldelijk belang kan het griffierecht worden verlaagd tot f 40, .
De griffier van het gerechtshof of de secretaris van de Tariefcommissie stuurt u een nota. Het te betalen bedrag moet binnen acht weken op de rekening van de griffier staan. Houdt er rekening mee dat met de overschrijving enige tijd gemoeid kan zijn. Wacht dus niet te lang met betalen, anders wordt uw beroepschrift niet in behandeling genomen! Als het gerechtshof u geheel of gedeeltelijk in het gelijk stelt krijgt u het griffierecht terug van het bestuursorgaan dat de uitspraak op het bezwaarschrift heeft gedaan.

7. Zelf procederen of iemand machtigen

In de belastingprocedure kunt u zelf optreden en uw eigen zaak behartigen. U bent dus niet verplicht om een belastingadviseur of een andere deskundige in te schakelen. Als u wel iemand machtigt om namens u beroep in te stellen moet deze gemachtigde uw volmacht meesturen. Is uw vertegenwoordiger een advocaat dan is geen volmacht nodig.
De hulp van een belastingadviseur komt in beginsel voor uw eigen rekening.
Zie echter onder hoofdstuk D hierna bij de proceskostenveroordeling.

Als u een advocaat inschakelt en de kosten daarvan niet (helemaal) kunt betalen, kunt u in een aantal gevallen een 'toegevoegde' advocaat krijgen. U betaalt dan wel een eigen bijdrage. Hoe hoog die eigen bijdrage is, hangt af van uw inkomen en uw vermogen (meer hierover kunt u lezen in de brochures 'Verklaring omtrent inkomen en vermogen'   en 'Kosten van een gerechtelijke procedure' ).


B. DE RECHTSZAAK

l. De schriftelijke voorbereiding

Nadat uw griffierecht is ontvangen, stuurt de griffier een kopie van uw beroepschrift naar het bestuursorgaan dat de uitspraak op uw bezwaarschrift heeft gedaan. Het bestuursorgaan kan dan op uw beroepschrift reageren. Zo'n reactie wordt een vertoogschrift genoemd. De griffier stuurt u een kopie van het vertoogschrift. U kunt daarop schriftelijk reageren.
U moet daarvoor wel de toestemming van de voorzitter van de belastingkamer vragen. Uw reactie wordt een conclusie van repliek genoemd. Als u een conclusie van repliek hebt ingediend, kan het bestuursorgaan ook daar weer op reageren. Die laatste reactie van het bestuursorgaan wordt een conclusie van dupliek genoemd. Als alle stukken bij de griffie binnen zijn, is de schriftelijke voorbereiding van de procedure afgesloten.

2. De voorzitter beslist meteen

In bepaalde gevallen kan de voorzitter van de belastingkamer van het gerechtshof of van de Tariefcommissie op basis van de schriftelijke stukken meteen een beslissing op het beroep nemen.
Dat is onder andere mogelijk als het beroep 'kennelijk niet ontvankelijk' of 'kennelijk ongegrond' is. Een beroep is ondermeer 'kennelijk niet ontvankelijk' als het te laat is ingediend of als het griffierecht niet of te laat is betaald.
Bent u het met de beslissing van de voorzitter niet eens, dan kunt u binnen zes weken bij het gerechtshof een verzetschrift indienen. U kunt in het verzetschrift vragen om te worden gehoord. Is een fiscale boete in het spel dan krijgt u altijd een uitnodiging om de behandeling van het verzet bij te wonen.
Doel van de behandeling van het verzet is slechts te bezien of de beslissing van de voorzitter juist was. Is het verzet gegrond dan wordt het eigenlijke beroep op een latere datum alsnog behandeld.

3. De zitting

Regel is dat elk beroep op een zitting mondeling wordt behandeld. U, en uiteraard ook uw tegenpartij, krijgen hiervoor een oproep.
U bent niet verplicht de zitting bij te wonen, maar in het algemeen is het verstandig wel te komen. Vaak zal bijvoorbeeld de rechter nog vragen willen stellen. Soms vindt de rechter zelf een mondelinge behandeling nodig en roept hij u toch op.
Op de zitting kunt u reageren op het vertoogschrift of de conclusie van dupliek van het bestuursorgaan. Desgewenst kunt u uw opmerkingen op papier zetten (pleitnota) en op de zitting voorlezen. Zorg dat u in dat geval ook fotokopieën van uw pleitnota meeneemt voor uw tegenpartij en de rechter.

3.1. U ziet af van een zitting

Het is mogelijk om af te zien van een zitting. Als u meent dat in de stukken alles al over de zaak is gezegd, kunt u het gerechtshof berichten dat u afziet van een mondelinge behandeling van uw zaak. Als uw tegenpartij dat ook doet, kan de rechter op de inhoud van de stukken beslissen. Als de rechter een mondelinge behandeling desondanks nodig vindt, zal hij u toch oproepen.
De mogelijkheid af te zien van een mondelinge behandeling bestaat niet bij een Tariefcommissie.

3.2 De zitting: openbaar of niet openbaar

In de regel is de zitting bij de belastingrechter niet openbaar. U kunt wel om openbaarheid van de zitting vragen.
Is het beroep (mede) gericht tegen een fiscale boete dan is voor dat onderdeel van het beroep de zitting in de regel wel openbaar. Eventuele bezwaren daartegen kunt u kenbaar maken. Het gerechtshof beslist dan over de openbaarheid.

4. Getuigen, deskundigen en tolken

Wilt u getuigen of deskundigen meenemen naar de zitting, meldt dit dan van tevoren in het beroepschrift of in een aparte brief. De rechter kan daarmee dan bij de tijdsindeling van de zitting rekening houden. Ook het gerechtshof kan getuigen of deskundigen oproepen.
Als het nodig is, kan het gerechtshof een tolk benoemen. Bestaat hieraan bij u behoefte, meldt dit dan tijdig bij de griffier van het hof.

5. Versnelde behandeling van het beroep

Is een zaak spoedeisend, dan kan de voorzitter van de belastingkamer van het gerechtshof bepalen dat de zaak versneld zal worden behandeld. U, het bestuursorgaan of samen kunt de voorzitter om zo'n versnelde behandeling vragen.

Stemt de voorzitter in met het verzoek, dan gelden kortere termijnen voor het betalen van het griffierecht en het inzenden van stukken. Het is dan niet mogelijk een conclusie van repliek in te zenden.


C. DE UITSPRAAK

Na de behandeling van de zaak op de zitting zal de rechter uitspraak doen. Er zijn bij het gerechtshof twee mogelijkheden.

l. De mondelinge uitspraak

De zogenoemde 'mondelinge uitspraak' kan de rechter doen als het om een niet al te ingewikkelde zaak gaat. Deze uitspraak wordt gedaan aan het slot van de zitting of uiterlijk veertien dagen later. Het voordeel van de mondelinge uitspraak is dat de beslissing snel bekend is. De partijen ontvangen uiterlijk veertien dagen nadat de mondelinge uitspraak is gedaan een schriftelijke weergave daarvan (proces verbaal).

Tegen een mondelinge uitspraak is geen beroep in cassatie (zie onder D ) mogelijk. Beroep in cassatie kan alleen worden ingesteld tegen een schriftelijke uitspraak van het gerechtshof. Is een mondelinge uitspraak gedaan, dan kunt u binnen vier weken vragen de mondelinge uitspraak door een schriftelijke te vervangen. Voor deze vervanging moet u (momenteel) f 150, griffierecht betalen. Is bij het instellen van het beroep door de griffier vermindering van griffierecht verleend (zie hoofdstuk A punt 5 hiervoor ), dan is het griffierecht voor de vervanging (momenteel)  f 75, .
Stelt u beroep in cassatie in, dan wordt het voor de vervanging betaalde griffierecht verrekend met het griffierecht dat u voor het beroep in cassatie moet betalen.

2. De schriftelijke uitspraak

De rechter kan ook besluiten schriftelijk uitspraak te doen. U ontvangt deze uitspraak enige tijd na de zitting. Tegen de schriftelijke uitspraak is meteen beroep in cassatie mogelijk.
De Tariefcommissie doet alleen schriftelijk uitspraak. Tegen een uitspraak van de Tariefcommissie staat geen beroep in cassatie open.


D. VERGOEDING VAN PROCESKOSTEN

l. De kostenveroordeling

In het beroepschrift, maar ook nog op de zitting, kunt u het gerechtshof of de Tariefcommissie vragen uw tegenpartij te veroordelen in de kosten die u voor de procedure hebt moeten maken. Het gaat daarbij om een tegemoetkoming in een aantal kosten, zoals de kosten van uw beroepsmatig verleende rechtshulp, uw eigen reis en verblijfkosten, kosten van door u ingeschakelde getuigen of deskundigen en uw verletkosten.
De rechter zal uw tegenpartij in het algemeen alleen in uw kosten veroordelen als u geheel of gedeeltelijk in het gelijk wordt gesteld. Als uzelf in het ongelijk wordt gesteld, wordt u in de regel niet in de kosten van uw wederpartij veroordeeld.

Als u het beroep intrekt omdat het bestuursorgaan alsnog aan uw bezwaar is tegemoet gekomen, kunt u ook om een proceskostenveroordeling vragen.

Stelt u beroep in cassatie in dan moet u in het cassatieberoepschrift opnieuw om een kostenveroordeling van de tegenpartij vragen.

2. De kosten van beroepsmatig verleende rechtshulp .

Voor de vergoeding van deze kosten geldt een berekeningssysteem, dat in de wet is vastgesteld. Dit systeem werkt als volgt.


VOORBEELD

U voert een procedure over een geldelijk belang van f 1.500, . Een professionele gemachtigde heeft voor u een beroepschrift en een conclusie van repliek ingediend en is voor u naar de zitting gegaan. U krijgt van de belastingrechter geheel of gedeeltelijk gelijk. De tegemoetkoming in uw kosten wordt nu als volgt berekend:

Beroepschrift                                     1     punt
Conclusie van repliek                        0,5 punt
Verschijnen op de zitting                  1  
  punt
_____________________________________________

Totaal                                              2,5 punt

2,5 x f 710, = f 1.775, ;
de factor bij een geldelijk belang van f 1.500, is O,5;
O,5 x f 1.775, = f 887,50.

Voor het inschakelen van een professionele gemachtigde krijgt u dus f 887,5O toegekend.


E. BEROEP IN CASSATIE

Bent u het met de schriftelijke uitspraak van het gerechtshof op uw beroep niet eens, dan kunt u binnen zes weken beroep in cassatie bij de Hoge Raad instellen. U moet wel bedenken dat de Hoge Raad de zaak niet meer helemaal opnieuw onderzoekt, maar op basis van de door het gerechtshof vastgestelde feiten alleen bekijkt of het recht goed is toegepast en of geen procedurele regels zijn geschonden. Voor het instellen van beroep in cassatie moet u (momenteel) f 300,-   griffierecht betalen. Voor mensen met een laag in komen en voor zaken met een gering belang is het griffierecht lager.
Als de Hoge Raad u geheel of gedeeltelijk in het gelijk stelt krijgt u het griffierecht terug van uw tegenpartij in cassatie.
Als uw tegenpartij beroep in cassatie instelt, krijgt u de gelegenheid een schriftelijke reactie op dat beroep te geven. Daarin kunt u de Hoge Raad vragen de tegenpartij in uw proceskosten te veroordelen.


Adressen Belastingkamers, Hoge Raad en Tariefcommissie


ANDERE BROCHURES

Over de volgende onderwerpen zijn aparte brochures verkrijgbaar:

U kunt deze brochures telefonisch bestellen bij:
Postbus 51 Infolijn
Telefoonnummer 06-8051 (40 cent per minuut)
Openingstijden:
maandag t/m vrijdag van 9.00 uur tot 21.00 uur

Of u kunt deze brochures uitsluitend schriftelijk bestellen bij:
Ministerie van Justitie
Afdeling in- en externe communicatie
Postbus 20301
2500 EH DEN HAAG


INFORMATIE

Als u naar aanleiding van deze brochure nog vragen hebt, dan kunt u telefonisch contact opnemen met:

Postbus 51 Infolijn
Telefoonnummer 06-8051 (40 cent per minuut)
Openingstijden:
maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 21.00 uur

U kunt ook telefonisch informatie krijgen bij:
Ministerie van Justitie
Afdeling in- en externe communicatie
Telefoonnummer: 070-3706850
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 10.00 tot 12.00 uur en van 14.00 uur tot 16.00 uur

December 1995
Uitgave Ministerie van Justitie

 


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen