Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

Geregistreerd partnerschap, naamskeuze, gezag en voogdij, afstamming en adoptie


Inleiding:  met ingang van 1 januari 1998 is er nogal wat veranderd in het personen- en familierecht. deze veranderingen kunnen van belang zijn voor iedereen die te maken heeft met het opvoeden en verzorgen van kindere, en met (gehuwd of ongehuwd) samenwonen. In  deze brochure krijgt u een kort overzicht van de belangrijkste veranderingen.


inhoud  

Personen- en familierecht
Keuze van de achternaam
Geregistreerd partnerschap
Gezag en voogdij
Afstamming en adoptie
Hebt u vragen of wilt u meer informatie


Personen- en familierecht
De rechtsregels die betrekking hebben op ons persoonlijke leven vinden we vooral in het personen- en familierecht. Hierin komen onderwerpen aan de orde zoals geboorte, de naam, het huwelijk, echtscheiding, verwantschap, gezag over minderjarigen, adoptie en overlijden.
Met ingang van i januari 1998 is een aantal van deze regels veranderd. De veranderingen hebben betrekking op de keuze van de achternaam, de invoering van het geregistreerd partnerschap en gezag over minderjarigen. In het voorjaar van 1998 treden er naar verwachting nieuwe regels in werking voor afstamming en adoptie.

Keuze van de achternaam
Voorheen bepaalde de wet dat het kind de achternaam kreeg van de vader of— als die er niet was — van de moeder. Vanaf t januari 1998 geeft de wet een keuzemogelijkheid. De ouders kunnen samen de achternaam van hun eerste kind kiezen: die van de moeder of die van de vader. Deze keuze is eenmalig en geldt voor alle volgende kinderen in het gezin. Dit is gedaan om binnen het gezin de eenheid van naam te bewaren. Vooral kinderen blijken dit belangrijk te vinden.
Naamskeuze vindt plaats voorafgaand aan of bij de geboorte, bij erkenning (als de ouders niet gehuwd zijn) en bij adoptie. Soms krijgen kinderen zelf met naamskeuze te maken. Wanneer een kind bij een adoptie of erkenning s6 jaar of ouder is, kiest het kind zelf. Verder heeft ieder kind dat meerderjarig wordt eenmaal de mogelijkheid om de naamskeuze van de ouders te herzien.

Gebruik van de naam en naamswijziging
Ook in het gebruiken van de naam in het dagelijks verkeer zijn dingen veranderd. Behalve de vrouw mag nu ook de man tijdens en na het huwelijk de achternaam van de gehuwde partner gebruiken; ook partners die hun relatie hebben laten registreren bij de burgerlijke stand mogen dit doen.
De naam van de gehuwde of geregistreerde partner kan voor, achter of in plaats van de eigen achternaam worden geplaatst. Een voorbeeld: de achternaam van een man of vrouw is Jansen. De achternaam van de echtgen(o)ot(e) 1 geregistreerde partner is Pietersen. Mijnheer of mevrouw Jansen heeft nu de volgende mogelijkheden: Pietersen-Jansen, Jansen- Pietersen of Pietersen.

Tenslotte zijn als gevolg van de nieuwe regels voor de naamskeuze ook de regels voor naamswijziging aangepast.
Meer informatie over naamskeuze en naamswijziging vindt u in de brochures '` De keuze van de achternaam' en `Naamswijziging'


Geregistreerd partnerschap
Vanaf 1 januari 1998 kennen we in Nederland het geregistreerd partnerschap. Het geregistreerd partnerschap is —net als het huwelijk— een wettelijk geregelde en erkende samenlevingsvorm. Het staat open voor paren die niet kunnen trouwen —omdat zij van gelijk geslacht zijn— en voor paren die niet willen trouwen. Het lijkt in veel opzichten sterk op het huwelijk. Dat geldt om te beginnen voor de wijze waarop het tot stand komt. Net als bij het huwelijk wordt er aangifte gedaan, er zijn getuigen, de partners geven elkaar een ja-woord en er wordt een akte opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand.
Ook de rechten en plichten van het geregistreerd partnerschap zijn zoveel mogelijk dezelfde als die van het huwelijk. Zo hebbende partners bijvoorbeeld een onderhoudsplicht jegens elkaar, er is sprake van gemeenschap van goederen of huwelijkse voorwaarden en er is een alimentatieplicht.
Er bestaat —als het om de rechten en plichten gaat— wel een belangrijk verschil. Het geregistreerd partnerschap heeft voor de betrekkingen met kinderen op zichzelf géén rechtsgevolgen. Het huwelijk wel.
Het geregistreerd partnerschap eindigt —behalve door overlijden— doordat een of beide partners de registratie ongedaan willen maken. Dit kan met onderling goedvinden buiten de rechter om of door een uitspraak van de rechter op verzoek van één van de partners.

Meer informatie vindt u in de brochure `Het geregistreerd partnerschap'


Gezag en voogdij
In Nederland staan alle minderjarigen volgens de wet onder gezag. Minderjarig is over het algemeen iedereen onder de 18 jaar. Wie gezag uitoefent over een minderjarige heeft een aantal rechten en plichten. Zo is iemand die gezag heeft verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van het kind. Meestal hebben de ouders samen het gezag. De veranderingen in de wet hebben te maken met het gezag van de ouders na scheiding en met gezag dat door anderen dan de ouders wordt uitgeoefend. We vatten deze veranderingen kort voor u samen:

Ouderlijk gezag na scheiding
Gescheiden ouders houden samen het gezag, tenzij één van de twee vraagt aan de rechter om alleen het gezag te krijgen. Voor i januari 1998 was dit precies andersom. Als de gescheiden ouders samen het gezag wilden houden, moesten zij hierom vragen bij de rechter.

Gezamenlijk gezag door ouder en niet-ouder
Gezag kan nu ook worden uitgeoefend door een ouder en een niet-ouder samen. Voor 1 januari 1998 was dit niet mogelijk. We noemen dit gezamenlijk gezag. Gezamenlijk gezag roept voor de niet-ouder dezelfde gezagsrechten en -plichten in het leven als voor de ouder die het gezag heeft.

Gezamenlijke voogdij
Een voogd en zijn of haar partner kunnen gezamenlijk de voogdij uitoefenen. Ook dit was voor 1 januari 1998 niet mogelijk. Gezamenlijke voogdij roept vrijxvel dezelfde rechten en plichten in het leven als gezamenlijk gezag.

Gezamenlijk gezag en gezamenlijke voogdij komen tot stand door een uitspraak van de rechter. Het gezag eindigt bij de meerderjarigheid van het kind. Het kan ook door een uitspraak van de rechter eindigen. Bij elke beslissing over het gezag staan de belangen van het kind voorop. Voor het uitoefenen van gezamenlijk gezag of gezamenlijke voogdij gelden dan ook voorwaarden. Ook met de positie van een andere ouder die geen gezag heeft, wordt rekening gehouden.

Meer informatie vindt u in de brochure `Gezag, omgang en informatie'

Afstamming en adoptie
Op het moment dat deze publicatie werd gedrukt, moest het wetsvoorstel over afstamming en adoptie nog worden behandeld in de Eerste Kamer. De nieuwe regels voor afstamming en adoptie zullen naar verwachting niet eerder in werking treden dan 1 maart 1998. Tegen die tijd verschijnt over dit onderwerp een aparte brochure. Hieronder vindt u enkele belangrijke punten uit het wetsvoorstel.

Afstamming heeft te maken met onze biologische afkomst. Door afstamming komt een familierechtelijke betrekking tot stand: een band die rechten en plichten met zich meebrengt die in de wet zijn vastgelegd. Deze familierechtelijke betrekking komt door de geboorte in elk geval tot stand tussen de moeder en het kind. Een familierechtelijke betrekking met de vader komt tot stand door geboorte tijdens het huwelijk, door erkenning, door vaststelling van het vaderschap en door adoptie. In het geval van adoptie kan natuurlijk ook een familierechtelijke betrekking ontstaan tussen het kind en een ‘nieuwe moeder. Deze hoofdregels blijven volgens het wetsvoorstel ook gelden in het nieuwe afstammingsrecht.
Wat verandert, is om te beginnen dat de begrippen ‘wettig , ‘onwettig en ‘natuurlijk kind verdwijnen. Uit het gebruik van deze begrippen spreekt een afkeuring van geboorte buiten het huwelijk, die niet meer bij deze tijd past. Van belang is alleen nog of een kind wel of niet in een familierechtelijke betrekking staat tot de ouder.
De voorgestelde veranderingen hebben verder vooral te maken met de mogelijkheden voor erkenning en ontkenning van het vaderschap en met een verruiming van de regels voor adoptie.

Adoptie
Niet alleen gehuwde paren, maar ook ongehuwde paren van verschillend geslacht en alleenstaanden kunnen volgens het voorstel een kind in Nederland adopteren. Er moet wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan.
De voorwaarden voor adoptie van een buitenlands kind veranderen niet. Informatie hierover vindt u in de brochure ‘U wilt een kind uit het buitenland adopteren .

Hebt u vragen of wilt u meer informatie
Voor algemene informatie en het aanvragen van brochures, kunt u contact
opnemen met de telefonische informatielijn van de gezamenlijke ministeries:
Postbus 51 Infolijn
Telefoon 0800-8051 (gratis)

Openingstijden maandag t/m vrijdag van 9.00 uur - 21.00 uur

Internet: http:/ /www.postbus51.nl
E-mail: webmaster@postbus51.nl

U kunt ook contact opnemen met:
Ministerie van Justitie
Directie Voorlichting, Afdeling in- en externe communicatie
Postbus 20301

2500EH DEN HAAG

Telefoon 070 - 370 68 50

Openingstijden maandag t/m vrijdag van 9.30 uur -12.30 uur en

van 13.30 uur-18.30 uur

Internet: http:l/www.minjust.nl
E-mail: voorlichting@best-dep.minjust.nl

Tenslotte kunt u voor meet informatie terecht bij de afdeling burgerzaken van de gemeente waar u woont.

 


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen