Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl
Scheiding en de kinderen? Gezag en omgang na echtscheiding
Inleiding: Deze brochure gaat over één van de drie kerntaken van de Raad voor de Kinderbescherming: gezag en omgang na (echtscheiding. De andere twee kerntaken zijn bescherming en strafzaken. Informatie hierover vindt u in de brochures Opvoeden is niet altijd makkelijk en Als uw kind in aanraking komt met de politie'. Voor het gemak is deze brochure in de mannelijke vorm geschreven. Overal waar hij staat kunt u ook zij lezen. Ieder kind heeft rechtop een goede verzorging en een goede opvoeding. Ieder kind heeft recht op contact met zijn beide ouders. Dat betekent dus dat kinderen eten, kleding, onderwijs, huisvesting en vooral veel aandacht en liefde van hun ouders nodig hebben. Ouders doen hun best om daar voor te zorgen. Tijdens het huwelijk zijn zij samen verantwoordelijk voor hun kinderen. Zij hebben samen het ouderlijk gezag. Maar soms loopt er iets mis. Ouders besluiten uit elkaar te gaan. Niet alleen voor u, maar ook voor uw kinderen heeft dit grote gevolgen. Als ouders moet u nooit vergeten dat uw kinderen u beiden nodig hebben. Ook al woont u niet meer bij elkaar Daarom is het erg belangrijk dat u goede afspraken maakt over uw kinderen. Over hoe het nu verder moet met de verzorging en opvoeding, en hoede kinderen met u allebei contact kunnen blijven houden. Als u gaat scheiden houden u en uw ex-partner in principe samen het ouderlijk gezag over uw kinderen. U moet samen bepalen bij wie de kinderen gaan wonen en wanneer de kinderen de andere ouder kunnen zien. Voor die ouder wordt een bezoekregeling afgesproken. In juridische termen spreken we over: gezag en omgang. Gelukkig komen de meeste ouders hier samen wel uit. Zij zijn in staat om goede afspraken te maken én na te komen die in het belang zijn van hun kinderen. Deze afspraken kunnen door de rechter worden vastgelegd.
Wat voor afspraken kunt u maken?
Over het gezag
Er zijn twee mogelijkheden om het ouderlijk gezag te regelen: u blijft samen het gezag uitoefenen, of één van u krijgt het gezag over de kinderen.
Gezamenlijk gezag
Sinds 1 januari 1998 geldt in Nederland het uitgangspunt dat u na de scheiding samen het ouderlijk gezag over uw kinderen blijft houden. IJ bepaalt samen bij wie het kind woont. U blijft beiden verantwoordelijk voor de verzorging en opvoeding van uw kinderen en u neemt samen alle belangrijke beslissingen.
Uitzondering: één ouder krijgt het gezag
Volgens de wet is er een uitzondering mogelijk op de regel dat ouders na scheiding samen het gezag over hun kind houden. Op verzoek van (één van) de ouders of op verzoek van een kind van twaalfjaar of ouder, kan de rechter in het belang van het kind besluiten het gezamenlijk gezag te beëindigen en het gezag aan één van de ouders op te dragen. Degene die met het gezag wordt belast, mag bepalen bij wie het kind verblijft.
Over de omgang
In overleg kunnen de ouders voor hun kind een omgangsregeling afspreken. Samen bepaalt u wanneer en hoe vaak het kind de ouder zal ontmoeten waarbij het kind niet woont. Deze ouder heeft ook recht op informatie over het kind. De ouder bij wie het kind woont, heeft de plicht om de andere ouder op de hoogte te houden van belangrijke zaken die met het kind te maken hebben. U kunt hierbij denken aan de voortgang op school of de gezondheid van uw kind. Bovendien moet de ene ouder de andere ouder om zijn of haar mening vragen bij belangrijke beslissingen over het kind. Dit is het recht van consultatie. Als het gezag bij één ouder ligt, dan mag de ouder met het gezag uiteindelijk zelf de beslissing nemen.
Uitzondering: geen recht op omgang
De wet schrijft voor dat er altijd omgang is tussen het kind en de niet met het gezag belaste ouder. Maar bij uitzondering kan het beter zijn voor een kind als het geen contact meer heeft met die niet met het gezag belaste ouder.
De gezagdragende ouder of het kind kan de rechter vragen om het recht op omgang van de ouder op te heffen.
De rechter doet dit alleen:
Uitzondering: geen recht op informatie en consultatie
Uitgangspunt is dat de verzorgende ouder de niet-verzorgende ouder op de hoogte stelt van het wel en wee van het kind. Op verzoek van de verzorgende ouder, kan de rechter bepalen op welke wijze deze informatie /consultatie moet plaatsvinden. De rechter kan in uitzonderingsgevallen bepalen dat de andere ouder geen recht heeft op informatie en consultatie. Dit laatste besluit de rechter alleen als hij dat in het belang van het kind nodig vindt.
Helaas gaat het maken van afspraken bij een scheiding niet altijd gemakkelijk. Soms worden ouders het niet eens over hoe ze samen het gezag kunnen blijven uitoefenen, of hoe de omgang geregeld moet worden. Als dat ook met hulp van derden (bijvoorbeeld een familielid, of een hulpverlener) niet lukt, dan moet de rechter een beslissing nemen. Ten behoeve van zijn beslissing, kan hij de Raad voor de kinderbescherming vragen een onderzoek in te stellen en advies te geven. Dit doet hij nadat u gehoord bent op de zitting.
Raadsondersteuning ter zitting
De rechter kan tijdens een zitting op de rechtbank de behandeling schorsen om u als ouders in de gelegenheid te stellen met hulp van de aanwezige raadsonderzoeker alsnog tot onderlinge afspraken te komen. De rechter kan ook de Raad vragen onderzoek te doen en hem te adviseren.
Het onderzoek van de Raad houdt in dat een medewerker van de Raad (een raadsonderzoeker) met u en uw ex-partner samen gaat praten. De raadsonderzoeker stelt in deze gesprekken altijd het belang van uw kinderen voorop. Hij zal eerst proberen om via bemiddeling een oplossing voor de problemen te vinden. Voor de kinderen is het namelijk buitengewoon belangrijk dat hun ouders zelf, samen tot afspraken komen. Eventueel kan de raadsonderzoeker uw gezin in verband met de scheidingsproblemen doorverwijzen naar een hulpverleningsinstelling.
Als u er samen uit komt, dan kan volstaan worden met een brief aan de rechter waarin de overeengekomen afspraken vermeld staan.
Als het niet lukt om samen goede afspraken te maken, dan geeft de Raad, na eventueel afzonderlijke gesprekken met u, uw ex-partner en uw kinderen, zijn mening aan de rechter. De Raad adviseert de rechter in dat geval hoe het gezag over de kinderen en hoe de omgang geregeld kan worden. Voor dit advies praat de raadsonderzoeker soms ook met andere mensen die informatie kunnen geven, zoals een onderwijzer of huisarts. De raadsonderzoeker overlegd met u wat hij gaat doen, zodat u goed op de hoogte blijft. Ook overlegt hij met andere deskundigen van de Raad. Beslissingen neemt hij dus nooit alleen.
Soms kan de raadsonderzoeker als hij dat noodzakelijk vindt een deskundige van buiten de Raad raadplegen, bijvoorbeeld een psycholoog.
Van alle personen die met de Raad voor de Kinderbescherming in contact komen, worden in principe de persoonsgegevens opgenomen in de computer. De wet geeft regels voor het vastleggen en gebruik van persoonsgegevens. Ook geeft de wet personen onder andere recht om hun eigen gegevens in te zien, aan te vullen of te corrigeren. Hoe dat kan, staat in het privacyreglement dat bij de Raad ter inzage ligt.
De resultaten van het onderzoek en het advies aan de rechter worden in een rapport vastgelegd. Dit rapport wordt met u, en als dat kan ook met uw kinderen, in conceptvorm besproken. U en uw kind van twaalfjaar of ouder, mag het ook zelf lezen. Als er iets in staat dat niet klopt, dan kunt u dat aangeven. Uw opmerkingen kunnen leiden tot wijzigingen in het rapport (in ieder geval over datgene dat u zelf naar voren heeft gebracht, zoals in het rapport verwoord) en/of uw commentaar wordt aan het rapport toegevoegd.
Uiteindelijk wordt dit definitieve rapport naar de rechter gestuurd. U en uw kinderen die ouder zijn dan twaalfjaar, krijgen een kopie van het rapport thuisgestuurd. Een kopie blijft bij de Raad voor de Kinderbescherming waar het wordt bewaard in een dossier. In het dossier zijn alle stukken van de zaak verzameld. Ook de persoonlijke gegevens van u en uw kinderen worden in dit dossier bewaard. Het dossier wordt vernietigd als uit uw gezin het jongste kind waarmee de Raad te maken heeft gehad, 18 jaar wordt. U en uw kinderen van twaalf jaar of ouder hebben het recht om het dossier in te zien en om afgifte van kopieën van de dossierstukken te verzoeken.
Na ontvangst van het rapport van de Raad, met daarin het advies, behandelt de rechter uw zaak op een zitting in aanwezigheid van beide ouders (en uw advocaten). Uiteindelijk beslist de rechter of het gezamenlijk ouderlijk gezag in stand blijft, of dat één van beide ouders alleen met de uitoefening van het gezag wordt belast. Ook bepaalt hij hoe de omgangsregeling eruit moet zien. Verder kan hij bepalen of er een informatie- en consultatieplicht wordt opgelegd en hoe dat er dan uitziet. U kunt uw advocaat vragen of hij op de zitting voor u het woord wil voeren.
De rechter neemt zijn beslissing op basis van het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming en van alles wat hij op de zitting heeft gehoord. Ook houdt hij rekening met de mening van uw kind. De rechter is verplicht om kinderen van twaalfjaar en ouder uit te nodigen om hun mening te geven. Bij kinderen jonger dan twaalf jaar mag de rechter dat ook doen, maar hij is het niet verplicht.
Ouderlijk gezag kan gewijzigd worden
De beslissing van de rechter geldt altijd voor de situatie waarin uw kind zich op dat moment bevindt. Deze situatie kan natuurlijk veranderen, waardoor het beter lijkt dat toch één van de ouders, of toch beide ouders, of de andere ouder het gezag overneemt. U kunt altijd de rechter vragen het gezag te wijzigen. Daarvoor moet u een verzoek indienen bij de rechtbank. U heeft hierbij een advocaat nodig.
Als u vragen heeft of iemand wilt raadplegen over uw situatie met uw kinderen rond de echtscheiding, dan kunt u contact opnemen met de Raad voor de Kinderbescherming. De Raad voor de Kinderbescherming heeft 22 vestigingen door het hele land. U kunt elke werkdag bellen voor een afspraak. De adressen vindt u achterin deze brochure.
U bent het niet eens met de beslissing van de rechter
Als u het niet eens bent met de beslissing van de rechter, dan kunt u in hoger beroep gaan. Uw advocaat kan u uitleggen hoe dit moet.
U kunt bij uw contacten met de Raad iemand meenemen in wie u vertrouwen heeft. Zo'n vertrouwenspersoon kan een familielid zijn, een goede vriend of vriendin, een advocaat of iemand van een hulpverleningsinstelling. De vertrouwenspersoon mag de behandeling van de zaak echter niet van u overnemen. Ook mag de vertrouwenspersoon niets doen zonder uw toestemming. Als een vertrouwenspersoon het onderzoek verstoort, mag de Raad hem toegang weigeren. Als de Raad met beide ouders tegelijk spreekt, mag de vertrouwenspersoon alleen aanwezig zijn als de andere ouder dat goed vindt.
Als u niet tevreden bent over een raadsmedewerker of over de manier waarop het raadsonderzoek is uitgevoerd, kunt u dit bespreken met de betreffende medewerker of zijn leidinggevende. Zij zullen met u proberen een oplossing te vinden. Daarna (maar ook direct) kunt u een klacht indienen. Dat moet u in ieder geval doen binnen twee maanden nadat u kennis heeft genomen van dat waarover u wilt klagen. U dient de klacht mondeling of schriftelijk in bij de directeur van de medewerker over wie u wilt klagen (adressen staan achterin deze brochure). De ontvangst van uw klacht wordt meteen bevestigd. Samen met die bevestiging ontvangt u de brochure 'Als u een klacht heeft over de Raad voor de Kinderbescherming'. Deze brochure kunt u zelf aanvragen bij de Raad of bij j Postbus 51.
Er zijn meer brochures verkrijgbaar over dit onderwerp;
Meer folders over echtscheiding en huwelijk vindt u hier
Ook de andere brochures van de Raad voor de Kinderbescherming zijn op deze manier verkrijgbaar. Voor bestellingen van meer dan 10 exemplaren kunt u zich schriftelijk wenden tot:
U kunt de Raad van de Kinderbescherming ook vinden op het internet. Het adres is: www.kinderbescherming.nl
Directie Noord | Directie Oost | Directie Zuid |
Directiebureau Noord | Directiebureau Oost | Directiebureau Zuid |
Trompsingel 9 | Nieuwstad 79 | Keizersgracht 5 |
Postbus 71008 | Postbus 4204 | Postbus 2355 |
9700 GA Groningen | 7200 BE Zutphen | 5600 CJ Eindhoven |
050-5887777 | 0575-585555 | 040-2329444 |
Vestiging Assen | Vestiging Almelo | Vestiging Breda |
Mandemaat 3 | Bellavistastraat 3 | Meerten Verhoffstraat 78 |
Postbus 181 | Postbus 241 | Postbus 7057 |
9400 AD Assen | 7600 AF Almelo | 4800 GB Breda |
0592-333444 | 0546-832200 | 076-5255800 |
Directie Noord-West | Vestiging Amsterdam | Vestiging Den Haag |
Directiebureau Noord-West | IJsbaanpad 2 | Neuhuyskade 40 |
Naritaweg 767 | Postbus 83086 | Postbus 97745 |
Postbus 58409 | 1080 AB Amsterdam | 2509 GC Den Haag |
1040 HK Amsterdam | 020-8893400 | 070-3742300 |
020-5826300 | ||
Directie Zuid-West | Vestiging Rotterdam | Vestiging Utrecht |
Directiebureau Zuid- West | Noordsingel 117 | A. van Schendelstraat 550 |
Lijnbaan 125 | Postbus 1983 | Postbus 12085 |
Postbus 393 | 3000 BZ Rotterdam | 3501 AB Utrecht |
3000 AJ Rotterdam | 010-4431100 | 030-8882700 |
070-4040606 | ||
Vestiging Alkmaar | Vestiging Dordrecht | |
Kennemerstraatweg 27 | Spuiboulevard 356-358 | |
Postbus 250 | Postbus 855 | |
1800 AG Alkmaar | 3300 AW Dordrecht | |
072-5743434 | 078-6484444 | |
Vestiging Haarlem | Vestiging Middelburg | |
Jansweg 15 | Buitenruststraat 16 | |
Postbus 1775 | Postbus 7140 | |
2001 BD Haarlem | 4330 GC Middelburg | |
023-8882500 | 0118-673333 |
Aan de informatie die is opgenomen in deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend. November 2000