Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

Welke stappen kunnen schuldeisers zetten om vorderingen te innen?


Inleiding: Een groot aantal ondernemers en particuliere geldschieters krijgt te maken met vorderingen die niet worden terugbetaald. Nederland kent verscheidene wettelijke en andere regelingen die bij schulden van natuurlijke personen (particulieren en zelfstandige ondernemers) van toepassing kunnen zijn. Deze brochure is bestemd voor schuldeisers en biedt beknopte informatie over de inhoud en effecten van die regelingen.


inhoud

 

inleiding

In ons land kunnen meer dan 200.000 huishoudens hun uitgaven niet in evenwicht houden met hun inkomen, hetgeen leidt tot problematische schulden. Voor de meeste schuldenaren (dat zijn de personen met schulden) biedt de toekomst nauwelijks perspectief. Maar ook voor de schuldeisers is deze situatie niet erg rooskleurig. Er is weinig zicht op een volledige aflossing van de schuld en het treffen van een individuele regeling vergt veel inspanningen.

Beslag op loon of uitkering

Schuldeisers kunnen een rechtbank verzoeken beslag te leggen op een deel van het loon, of de uitkering van de schuldenaar, of goederen en zaken. De rechter wijst dan in de regel een minimaal inkomen toe aan de schuldenaar en de rest als aflossing aan de schuldeiser. Er kunnen meerdere schuldeisers beslag laten leggen op loon of uitkering.

Bij beslag is zeker sprake van aflossing van schulden. Het kan echter lang duren voordat de schuld is ingelost. Temeer daar in de regel de aflossingscapaciteit van particulieren erg laag is. Verder lost het niets op voor de schuldenaar. De schulden blijven namelijk nog lang bestaan.

Surséance

Een surséance van betaling is een door de rechter vastgestelde adempauze, waarin de schuldenaar probeert orde op zaken te stellen. In geval van natuurlijke personen (particulieren of zelfstandige ondernemers) wordt echter slechts zelden een akkoord bereikt of een andere oplossing gevonden.

Voor schuldeisers biedt deze weg slechts in uitzonderingsgevallen soelaas. Met de komst van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (waarover elders in deze brochure meer) zal deze mogelijkheid voor particulieren verdwijnen.

Faillissement

Schuldeisers en schuldenaren kunnen bij de rechtbank een faillissement aanvragen. Als de rechtbank dit faillissement uitspreekt, benoemt zij meteen een curator. Deze krijgt alle zeggenschap over inkomsten, uitgaven en de eigendommen van de schuldenaar. Hij probeert vervolgens aflossingscapaciteit te creëren door de boedel van de schuldenaar te liquideren. De curator verkoopt daartoe eigendommen, verzilvert polissen of int uitstaande schulden bij anderen. Maar meestal is er weinig te liquideren of kost die liquidatie zelf veel geld. In de praktijk levert dit slechts sporadisch aflossingscapaciteit op. Gebeurt dat wel, dan stelt de rechter aan het einde van het faillissement een uitdelingslijst vast waarop staat wie wat krijgt uitbetaald. De curator ontvangt eerst een salaris en een onkostenvergoeding, dan volgen de zogenaamde preferente schuldeisers (Belastingdienst, bedrijfsverenigingen) en pas daarna zijn de overige (concurrente) schuldeisers aan de beurt. In het merendeel van alle zaken blijven juist deze concurrente schuldeisers met lege handen achter.

Om in aanmerking te komen voor een uitbetaling moet u als schuldeiser de schuld aanmelden voor verificatie. Daarbij onderzoekt de rechtbank of u de schuld terecht opvoert en of het bedrag juist is.

De staat van faillissement is slechts tijdelijk. Zodra er niets meer te liquideren valt, beëindigt de rechtbank het faillissement. De schuldeisers kunnen dan wel blijven proberen (het restant van) hun vorderingen te innen, bijvoorbeeld door beslag te laten leggen. Opnieuw geldt echter dat dit erg lang kan duren.

Een faillissement levert in de praktijk de meeste schuldeisers doorgaans weinig tot niets op. Het is vooraf altijd onduidelijk hoeveel deze weg opbrengt en hoe lang de schuldeiser zich moet blijven inspannen om enige aflossing te krijgen.

Minnelijke regeling

In veel gevallen van particuliere schuldenaren kan een schuldhulpverlener een oplossing van problematische schulden tot stand brengen. Bijvoorbeeld door via bijzondere bijstand, huursubsidie of anderszins het besteedbare budget te vergroten. Lukt dat, dan kan de bemiddelaar een betalingsregeling met de schuldeiser treffen.

Een enkele keer kan de schuldenaar de gehele vordering alsnog terugbetalen. Meestal doet de schuldhulpverlener een aanbod tegen finale kwijting. Afgesproken wordt dan om gedurende een periode van drie (en soms vijf) jaar zoveel mogelijk af te lossen, waarna het restant van de schulden wordt kwijtgescholden. De Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet heeft hiervoor uniforme regels en rekenmethodes (Gedragscode NVVK) opgesteld. Evenals bij het beslag op loon of uitkering geldt daarbij een vaste beslagvrije voet die de schuldenaar behoudt. De overige inkomsten en in sommige gevallen ook bezittingen komen ten goede aan de aflossing van schulden.

Iedere schuldeiser krijgt iets, maar sommige meer dan anderen. De zogeheten preferente schuldeisers zoals de Belastingdienst en bedrijfsverenigingen krijgen twee keer zoveel als de zogenaamde concurrente schuldeisers.  Na afloop van de vastgestelde periode wordt het restant van de schulden kwijtgescholden.

In veel gevallen financiert een gemeentelijke kredietbank een minnelijk akkoord via een saneringskrediet. De schuldeisers krijgen dan meteen het afgesproken bedrag uitgekeerd.

Via een minnelijk akkoord krijgen de schuldeisers dus doorgaans slechts een deel van hun vordering terug. Daar staat tegenover dat zij daarvoor weinig inspanningen hoeven te verrichten en precies weten hoeveel zij wanneer ontvangen.

Integrale schuldhulpverlening

Om niet alleen de schulden te saneren, maar ook de oorzaak van de problemen op te heffen, werken in steeds meer gemeenten instanties samen in het concept van integrale schuldhulpverlening. Tijdens de uitvoering van een akkoord krijgt de schuldenaar daarbij allerlei ondersteuning en begeleiding van bijvoorbeeld maatschappelijk werk, schuld-hulpverlening, het arbeidsbureau of de sociale dienst.

• Schuldeisers kunnen hier ook een rol in spelen. Zo kunnen woningcorporaties goedkopere woonruimte aanbieden. Dit leidt tot een hogere aflossingscapaciteit en een ruimer besteedbaar budget.
• Ook maken veel schuldeisers in dit kader afspraken over incassobeleid en vroegtijdige signalering van schulden, zodat eerder kan worden ingegrepen.

Wettelijke regeling

Hoewel het minnelijk akkoord de laatste jaren aan prestige en rendement heeft gewonnen, wijzen schuldeisers nog steeds aanbiedingen af. Vaak is de aflossingscapaciteit zo laag, dat een akkoord niet mogelijk is.

De Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) biedt schuldenaren de mogelijkheid om ook dan de schulden te saneren. Voorwaarde is wel dat een minneljk akkoord niet tot de mogelijkheden behoort. De rechtbank beoordeelt op basis van standaard-informatie of een verzoeker voor de regeling in aanmerking komt. Is dat het geval, dan stelt zij een saneringsplan vast en benoemt een bewindvoerder die dat gaat uitvoeren. In het plan staan de looptijd van de regeling, de geverifieerde schuldeisers en de aflossing beschreven. Bijkomstigheid is dat de bewindvoerder uit de boedel (aflossingsbedrag) per maand een  salaris krijgt uitbetaald. Dit gaat ten koste van de aflossing aan schuldeisers. De regeling kent net als bij faillissementen preferente en concurrente schuldeisers, maar de verschillen in uitbetaling zijn kleiner.

Tijdens de regeling worden alle incassomaatregelen en renteopbouw geschorst. Er kan dus voor de schulden in de schuldsanering geen uithuiszetting of afsluiten van energie plaatsvinden. Wel bevat de wet de mogelijkheid om alsnog een wettelijk akkoord aan te nemen. Hierover stemmen de preferente en concurrente schuldeisers apart na afloop van de verificatievergadering. Als dit niet leidt tot een akkoord, kan de rechtbank onder bepaalde omstandigheden een akkoord afdwingen.

De wettelijke regeling biedt dus dezelfde duidelijkheid als het minnelijk traject. De aflossing kan echter lager zijn.

Preventie

Een snelle optelsom leert dat een problematische schuld betekent dat de schuldeiser in de regel slechts een deel van zijn vordering terugziet. Veel ondernemers calculeren enig verlies als gevolg van dubieuze debiteuren in, maar zien vanzelfsprekend een vordering het liefst gewoon of in eik geval volledig ingelost.

Het blijft dan ook de moeite waard om te zoeken naar preventieve maatregelen om de risico's nog verder te beperken. De Kamer van Koophandel, een accountant, advocaat, bedrijfsadviseur of uw branchevereniging kunnen u daarbij helpen. Advocaten.nl kan u nader advsieren om incassoproblemen te voorkomen. Bel voor nadere informatie met 035 531 88 80, of stel per email een vraag aan Advocare®

Naast deze uitgave zijn ook de volgende brochures beschikbaar:


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen