Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

Alimentatie


Inleiding
Alimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud.In de wet staat dat er een onderhoudsplicht is voor echtgenoten en ex-echtgenoten  / ouders en kinderen.
Niet alleen echtgenoten zijn volgens de wet onderhoudsplichtig tegenover elkaar, maar ook ex-echtgenoten. De ene ex-echtgenoot moet in principe bijdragen in de kosten van levensonderhoud van de ander, als die ander niet in staat is om (helemaal) in het eigen levensonderhoud te voorzien. Op 1 juli 1994 zijn de wettelijke regels over de alimentatieplicht van ex-echtgenoten veranderd. Volgens die nieuwe 'Wet limitering alimentatie' duurt een alimentatieplicht tussen ex-echtgenoten, die op op of na 1 juli 1994 samen is afgesproken of door de rechter is vastgesteld, in principe maar twaalf jaar. De verplichting van ouders en kinderen houdt in dat ouders voor hun kinderen moeten zorgen tot zij 21 jaar zijn. Voor kinderen beneden de18 jaar moeten ouders de kosten van verzorgingen opvoeding betalen. Voor kinderen van 18, 19 en 20 jaar komen de kosten van levensonderhoud en studie voor rekening van de ouders.Voor een kind van 21 jaar of ouder hebben ouders alleen een financiële verplichting als het kind behoeftig is en daardoor niet voor zichzelf kan zorgen. Bijvoorbeeld als het kind geestelijk en/of lichamelijk is gehandicapt. Een zelfde financiële verplichting hebben kinderen voor hun ouders als hun ouders behoeftig zijn.
In deze brochure vindt u informatie over de onderhoudsplicht van ex-echtgenoten en van ouders voor hun kinderen tot 21 jaar. Deze situaties komen het meest voor.  Met 'scheiding' wordt in deze brochure zowel 'echtscheiding' als scheiding van tafel en bed bedoeld. Voor 'ex-echtgenoot' of 'ex-echtgenote' wordt het woord 'ex-partner' gebruikt.


inhoud  

http://www.advocaten.nl/alimentatie/

Wie heeft een alimentatieplicht

Alimentatie bij of na scheiding of ontbinding van het huwelijk

Duur van de partneralimentatie

Rechtsbijstand

Kosten

Hoe verloopt de procedure

Hoger beroep en cassatie

Betaling van partneralimentatie

Betaling van kinderalimentatie

Periodieke aanpassing van alimentatiebedragen

Inkomen ex-partners na scheiding of ontbinding van het huwelijk

Adressen

Andere brochures

WAT IS ALIMENTATIE

Alimentatie is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud. Het gaat om een geldbedrag dat u regelmatig krijgt of moet betalen. U kunt alimentatie krijgen als u niet (helemaal) in uw eigen levensonderhoud kunt voorzien.U moet alimentatie betalen als u die verplichting hebt tegenover iemand die niet in haar of zijn eigenlevensonderhoud kan voorzien omdat zij of hij niet genoeg inkomsten heeft of helemaalgeen inkomsten.

WIE HEEFT EEN ALIMENTATIEPLICHT

Er is een alimentatieplicht voor:

Echtgenoten en ex-echtgenoten
Echtgenoten moeten elkaar volgens de wet, getrouwheid, hulp en bijstand geven en elkaar het nodige verschaffen. Echtgenoten moeten allebei, behalve onder bijzondere omstandigheden, bijdragen in de kosten van de huishouding. U kunt daar in de huwelijkse voorwaarden andere afspraken over maken. De rechter kan zulke andere afspraken op verzoek van één partner of beide partners wijzigen.Tegen een beslissing van de rechter op zo'n wijzigingsverzoek is beroep mogelijk.

Als mensen uit elkaar gaan, houden de verplichtingen van het huwelijk op. Maar voor de onderhoudsverplichting ligt dat anders. Als mensen gaan scheiden of hun huwelijk na een scheiding van tafel en bed laten ontbinden, vervalt de verplichting niet om financieel voor elkaar te zorgen. Heeft één van de ex-partners niet voldoende inkomsten, dan moet de ander in principe alimentatie betalen. De plicht om alimentatie te betalen houdt op als de ex-partner aan wie moet worden betaald, trouwt of gaat samenwonen met iemand van het andere geslacht.

Ouders en kinderen
Ouders moeten voor hun kinderen de kosten van verzorging en opvoeding betalen, totdat zij 18 jaar zijn. Maar als een kind meerderjarig wordt (18 jaar), houdt de financiële verplichting niet op. Ouders hebben voor hun kinderen van18, l9 en 20 jaar een 'voortgezette onderhoudsplicht'. Dit betekent dat zij de kosten van levensonderhoud en studie moeten betalen.Omdat ouders altijd voor hun minderjarige kinderen moeten zorgen, moet bij een scheiding of een ontbinding van het huwelijk voor de minderjarige kinderen een financiële regeling worden getroffen. En omdat de financiële verplichting van de ouders doorloopt tot een kind 21jaar is, moet ook voor de meerderjarige kinderen van18, l9 en 20 jaar een financiële regeling worden getroffen. Als één van de ouders alimentatie voor een kind betaalt, loopt die betaling door tot het kind 21jaar is. Pas dan stopt in principe de financiële verplichting van de ouder. Financiële verplichtingen van ouders staan los van het gezag. (Een stiefouder heeft dezelfde verplichting als een eigen ouder als de stief-ouder met de eigen ouder van het kind is getrouwd en het kind tot het gezin van de stiefouder en de eigen ouder behoort.)

Als een kind van 18,19 of 20 jaar wel in het eigen onderhoud kan voorzien, bijvoorbeeld omdat het werkt, zou de alimentatiebetaling in overleg met het kind kunnen worden gestopt. Kunnen ouder en kind in zo'n geval niet tot overeenstemming komen, dan kan de ouder aan de rechter om beëindiging van de betalingsverplichting vragen.

ALIMENTATIE BIJ OF NA SCHEIDING OF ONTBINDING VAN HET HUWELIJK

Partneralimentatie samen afspreken
Bij de scheiding of de ontbinding van uw huwelijk kunnen uw ex-partner en u samen afspraken maken over alimentatiebetaling. Zo'n afspraak wordt in een schriftelijk overeenkomst (scheidingsconvenant) vastgelegd. Dit gebeurt meestal in overleg met de advocaat.

Als bij de scheiding of de ontbinding van uw huwelijk is afgesproken dat er geen alimentatie hoeft te worden betaald en na verloop van tijd uw ex-partner of u niet meer (geheel) in het eigen levensonderhoud kan voorzien, kan diegene alsnog aan de ander om alimentatie vragen. Ook dan kunnen uw ex-partner en u daar samen een afspraak over maken die schriftelijk wordt vastgelegd en door beiden wordt ondertekend. Verder kan het zo zijn dat de omstandigheden van uw ex-partner of u zo veranderen dat de afgesproken alimentatieregeling niet meer redelijk is. U kunt dan samen een andere alimentatieregeling afspreken die schriftelijk wordt vastgelegd en door u allebei wordt ondertekend. Spreken uw ex-partner en u na verloop van tijd een (andere) alimentatieregeling af, dan gebeurt dat vaak via een advocaat of notaris. Als u samen een alimentatieregeling afspreekt en één van beiden vraagt een bijstandsuitkering aan, dan vraagt de gemeentelijke sociale dienst aan de andere ex-partner een opgaaf van alle financiële gegevens. Dit om te kunnen beoordelen of (een deel van) de bijstand op hem of haar kan worden verhaald (zie 'Bijstand' -inkomen ex-partners na scheiding of ontbinding van het huwelijk- LINK).

Kinderalimentatie samen afspreken
Ook over alimentatie voor minderjarige kinderen kunnen uw ex-partner en u in het scheidingsconvenant een afspraak maken. In dat geval bekijkt de rechter of het overeengekomen bedrag naar verhouding niet veel te laag is. Als de rechter dat nodig vindt, kan hij of zij een ander bedrag vaststellen. Kinderalimentatie loopt door tot het kind 21 jaar wordt. Dit betekent dat de afspraak tussen de uw ex-partner en u (de ouders) moet worden vervangen door een afspraak tussen de betalende ouder en het kind, als het kind 18 jaar wordt. Het kan zijn dat dan hetzelfde bedrag wordt afgesproken, maar er kan ook een andere afspraak worden gemaakt. Is het kind op het moment dat uw partner en u uit elkaar gaan 18, 19 of 20 jaar, dan moeten de betalende ouder en het kind samen afspreken welk bedrag het kind als bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de ouder krijgt. (Bij meerderjarige kinderen speelt de Wet studiefinanciering een rol. Als het kind studiefinanciering heeft en er wordt een relatief laag alimentatiebedrag afgesproken, kan het zijn dat het kind voor een hoger bedrag wordr gekort op de aanvullende beurs.)

Partneralimentatie via de rechter
Kunnen of willen uw ex-partner en u geen afspraken maken over een alimentatieregeling en heeft één van u beiden toch een financiële ondersteuning nodig, dan kan de rechter een alimentatieregeling vaststellen. De rechter kan partneralimentatie vaststellen als nevenvoorziening bij een scheidingsprocedure of een procedure tot ontbinding van het huwelijk (zie de brochure 'U gaat scheiden' ).
Is dat niet gebeurd, maar heeft na verloop van tijd één van u beiden toch financiële ondersteuning nodig, dan kan de rechter op verzoek van diegene een alimentatieregeling vaststellen.

Gewijzigde omstandigheden
Als de omstandigheden van uw ex-partner of u wijzigen, kan na verloop van tijd het vastgestelde alimentatiebedrag niet meer redelijk zijn. De rechter kan dan op verzoek van (één van) u beiden een ander bedrag vaststellen. Dat kan ook als de rechter bij zijn of haar eerdere beslissing is uitgegaan van verkeerde of van onvolledige gegevens. Tenslotte kan de rechter ook een afspraak in een scheidingsconvenant wijzigen, intrekken of vernietigen. Zoiets kan gebeuren als één van u beiden een hele verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven en de ander dat destijds als juist heeft aangenomen. Er is dan, zoals dat heet, sprake van 'grove miskenning van behoefte of draagkracht'.

Kinderalimentatie via de rechter
Ook als u samen geen afspraken kunt maken over kinderalimentatie voor een minderjarig kind, stelt de rechter een bedrag per kind vast dat meestal maandelijks moet worden betaald. De rechter kan ook voor meerderjarige kinderen een bedrag vaststellen dat de meerderjarige van de ouder(s) moet krijgen als ouder(s) en kind er niet samen uitkomen. In de beslissing van de rechter staat wanneer de eerste betaling moet worden gedaan. De rechter kan in de beslissing ook voorwaarden opnemen.

Kind wordt 18 jaar
Zodra een kind 18 jaar is en er kinderalimentatie moet worden gewijzigd of gevraagd, moet het kind daar zelf het initiatief voor nemen. Komen ouder en kind er samen niet uit, dan kan het kind het verzoek aan de rechter voorleggen. Het kind heeft dan tegenover de betalende ouder dezelfde positie als de ex-partner die niet (helemaal) in het eigen levensonderhoud kan voorzien.

Wanneer stelt de rechter een alimentatieregeling vast
De rechter stelt op verzoek een alimentatieregeling vast als:

DUUR VAN DE PARTNERALIMENTATIE

U kunt met uw ex-partner afspraken maken over alimentatie voor een bepaalde periode of voor een onbepaalde periode.Wilt u dat niet of lukt dat niet, dan zal de rechter niet alleen bepalen welk bedrag moet worden betaald, maar zal hij of zij ook de alimentatie voor een bepaalde periode of voor een onbepaalde periode vaststellen.Als uw ex-partner en u over de duur van de alimentatieverplichting een afspraak hebben gemaakt, eindigt de verplichting in principe als de periode die uw ex-partner en u hebben afgesproken voorbij is. Datzelfde geldt als de rechter in de beschikking heeft aangegeven hoe lang de alimentatieverplichting duurt. De alimentatieregeling eindigt in elk geval als één van de ex-partners overlijdt. Ook eindigt de betalingsverplichting als degene die alimentatie ontvangt, trouwt of gaat samenwonen met iemand van het andere geslacht.

Nieuwe regels
Vanaf 1 juli 1994 zijn er nieuwe regels voor de tijd dat er partneralimentatie moet worden betaald. Op 1 juli 1994 is namelijk de 'Wet limitering alimentatie' in werking getreden. Officieel heet deze wet 'Wet van 28 april 1994 tot wijziging van bepalingen in het BurgerlijkWetboek in verband met de regeling van de limitering van alimentatie na scheiding'.(Met 'scheiding' wordt in de wet zowel echtscheiding als scheiding van tafel en bed bedoeld.) De 'Wet limitering alimentatie' is van toepassing op een alimentatieregeling, die op of na 1 juli 1994 door de ex-partners is afgesproken of door de rechter definitief is vastgesteld. In de wet is ook een regeling opgenomen voor lang-lopende alimentaties die voor 1juli 1994 zijn afgesproken of vastgesteld.

Alimentatie is op of na 1 juli 1994 afgesproken of vastgesteld.
Als uw ex-partner en u op of na 1 juli 1994 een alimentatieregeling hebben afgesproken of als de rechter op of na 1 juli 1994 een alimentatieregeling definitief heeft vastgesteld, beperkt de wet de alimentatieplicht voor de ex-partner in principe tot twaalf jaar. De wettelijke alimentatieplicht kan ook een kortere periode duren. Dat is het geval als het gaat om een huwelijk zonder kinderen dat niet langer dan vijf jaar heeft geduurd. De nieuwe wet bepaalt dat de alimentatieplicht in zo'n geval niet langer kan duren dan het huwelijk heeft geduurd.

Als u in het scheidingsconvenant een afspraak over alimentatie maakt en daarbij geen termijn aangeeft, stopt de betalingsplicht automatisch na twaalf jaar. Is er spake van een huwelijk zonder kinderen dat niet langer dan vijf jaar heeft geduurd, dan stopt de alimentatie automatisch als de wettelijk toegestane periode voorbij is (dat is dus net zo lang als het huwelijk heeft geduurd). Natuurlijk kunt u samen ook een langere termijn dan twaalf jaar (of de kortere termijn, die gelijk is aan de huwelijksperiode) afspreken. Als degene die alimentatie ontvangt, trouwt of gaat samenwonen met iemand van het andere geslacht, blijft uiteraard de regel gelden dat de alimentatie dan stopt.

Als de rechter een alimentatieregeling vaststelt, kan hij of zij dat voor maximaal twaalf jaar doen. Heeft de rechter geen termijn vastgesteld, dan eindigt de alimentatieplicht automatisch na twaalf jaar.

Gaat het om een huwelijk zonder kinderen dat niet langer dan vijf jaar heeft geduurd, dan kan de rechter de alimentatie vaststellen voor een periode die maximaalde lengte heeft van de huwelijksperiode. De termijn (twaalf jaar of de periode van maximaal vijf jaar) begint te lopen op het moment dat de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. Bij een scheiding van tafelen bed, begint de termijn te lopen op het moment dat de beschikking van scheiding van tafel en bed definitief is geworden. Bent u eerst van tafel en bed gescheiden en is daarna het huwelijk door de rechter ontbonden, dan is de totale periode waarin alimentatie moet worden betaald, ook twaalf jaar (of de periode van maximaal vijf jaar), te rekenen vanaf het moment dat de beslissing van de rechter over de scheiding van tafel en bed definitief is geworden.

Verlenging
Aan het einde van de periode van twaalf jaar (of de periode van maximaal vijf jaar) kan de ex-partner die alimentatie ontvangt de rechter om verlenging vragen. Dat kan als u samen de alimentatie hebt afgesproken en ook als de alimenatie door de rechter is vastgesteld. Verlenging is alleen mogelijk, als het voor de ex-partner die alimentatie ontvangt bijzonder onredelijk zou zijn als de alimentatiebetaling zou stoppen. Als u om verlenging vraagt, gaat de rechter na of u echt in hele ernstige problemen komt als de betalingen stoppen. Zo'n verzoek om verlenging van de alimentatie moet u uiterlijk binnen drie maanden nadat de periode van twaalf jaar om is, indienen bij de rechtbank.

Hoe dat moet leest u in het hoofdstukje 'Hoe verloopt de procedure' .
Als de rechter beslist dat de alimentatiebetalingen voor een bepaalde periode moeten doorgaan, bepaalt de rechter ook of na die verlengde periode er wel of  niét opnieuw om een verlenging kan worden gevraagd.

Alimentatie is voor 1 juli 1994 afgesproken of vastgesteld.
Als er al voor 1 juli 1994 alimentatie werd betaald, omdat uw ex-partner en u dat hebben afgesproken of omdat de rechter dat heeft bepaald, eindigt de alimentatieregeling niet automatisch na een bepaalde periode. Hebben uw ex-partner en u wel een termijn afgesproken of is er in de beschikking een termijn genoemd, dan eindigt de plicht uiteraard als die termijn om is.

Natuurlijk kunt u de rechter om wijziging van de afgesproken of vastgestelde periode vragen, als later blijkt dat die periode te kort of te lang is en daardoor één van de ex-partners ernstig wordt benadeeld.

Vijftien jaar of langer
De 'Wet limitering alimentatie' is bedoeld voor alimentatieregelingen die vanaf 1 juli  l994 zijn afgesproken of vastgesteld. Maar voor alimentaties die voor l juli l994 zijn afgesproken of definitief zijn vastgesteld en die al vijftien jaar of langer worden betaald, is er ook een regeling in de 'Wet limitering alimentatie' opgenomen. Die regeling houdt in dat de ex-partner die al vijftien jaar of langer alimentatie betaalt aan de rechter kan vragen om de alimentatieplicht te beëindigen. Ook hier kan het zowel om de periode na de echtscheiding als om de periode na de scheiding van tafel en bed gaan. Is uw huwelijk na een scheiding van tafel en bed ontbonden, dan wordt de alimentatieperiode na de scheiding van tafel en bed opgeteld bij de alimentatieperiode na de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed. Is die gezamenlijke periode vijftien jaar oflanger, dan kan de ex-partner die alimentatie betaalt aan de rechter om beëindiging van de betaling vragen. Zo'n verzoek om beëindiging zal de rechter alleen afwijzen als hij of zij van oordeel is dat stopzetting van de betalingen voor de ex-partner die alimentatie ontvangt hoogst onbillijk zou zijn. In de wet staat dat de rechter bij het nemen van die beslissing in het bijzonder moet letten op:

Verder staat in de wet, dat als de rechter de alimentatieplicht op verzoek van de betalende ex-partner beëindigt, de betalingen niet binnen drie jaar na l juli 1994 mogen stoppen. Dit betekent dat de rechter een verzoek om de alimentatieplicht, die al vijftien jaar of langer duurt, voor juli l997 stop te zetten niet kan inwilligen. De rechter kan dan wel bepalen dat de betalingen stoppen op  l juli l997. Bij een verzoek op of na l juli l997, kan de rechterbepalen dat de betalingen meteen stoppen.

Voor een verzoek om beëindiging van de alimentatie is eenzelfde procedure bij de rechtbank nodig als voor een verzoek om alimentatievaststelling dat niet gelijk met de scheiding of de ontbinding van het huwelijk wordt gedaan of een verzoek om alimentatiewijziging.
(Hoe dat gaat, leest u in het hoofdstukje 'Hoe verloopt de procedure' )


RECHTSBIJSTAND


Als u een verzoek om alimentatievaststelling, een verzoek om wijziging van de alimentatie of beëindiging van de alimentatie doet, bent u verplicht om een advocaat in te schakelen. Alle stukken die naar de rechtbank moeten worden gestuurd, moet u via uw advocaat sturen. Uw advocaat vertegenwoordigt u ook op de zitting bij de rechtbank. Namen en adressen van advocaten vindt in onder andere in de Gouden Gids.Weet u niet wie u als advocaat moet nemen, dan kunt u bij deVereniging van Personen- en Familierecht Advocaten (VPFA), deVereniging van Advocaat Scheidingsbemiddelaars (VAS) of bij een buro voor rechtshulp hierover advies vragen. De leden van de VPFA zijn onder andere gespecialiseerd in scheiding- en alimentatiezaken. De leden van de VAS zijn gespecialiseerd in scheidingsbemiddeling en alles wat daarbij komt kijken. Als u eenVAS-advocaat inschakelt, moet u bereid zijn om te zoeken naar compromissen.


KOSTEN

Een procedure bij de rechtbank kost geld. Naast de kosten voor de advocaat moet u een bijdrage betalen in de kosten van de rechtspraak.Dit is het griffierecht.
Als u de kosten voor de advocaat niet (helemaal) kunt betalen, kunt u in een aantal gevallen een 'toegevoegd' advocaat krijgen. Dit betekent dat de overheid een deel van de kosten voor haar rekening neemt. U betaalt dan wel een eigen bijdrage. Hoe hoog die eigen bijdrage is, hangt af van uw inkomen en vermogen.Wilt in voor een toevoeging in aanmerking komen, dan moet u op het gemeentehuis van uw woonplaats een 'Verklaring omtrent inkomen en vermogen' (VIV) halen. De VIV geeft u aan uw advocaat. Uw advocaat stuurt de verklaring naar de Raad voor de Rechtsbijstand.
Daar gaat men na of u voor een toevoeging in aanmerking komt. Als u een toevoeging krijgt, komt in ook in aanmerking voor vermindering van het griffierecht.

(U kunt hier meer over lezen in de brochures 'U wilt rechtsbijstand', 'Verklaring omtrent inkomen en vermogen' en 'Kosten van een gerechtelijke procedure') 

HOE VERLOOPT DE PROCEDURE

Een verzoek om vasstelling, wijziging of beëindiging van alimentatie begint altijd met een verzoekschrift. In het verzoekschrift moeten zowel uw naam, voornamen, geboortedatum en adres worden vermeld als de naam, voornamen, geboortedatum en adres of werkelijke verblijfplaats (voor zover bekend) van uw ex-partner. Gaat het (tevens) om een verzoek om kinderalimentatie voor een minderjarig kind, dan moeten ook de naam, voornamen, geboortedatum en adres van het minderjarige kind worden vermeld. Gaat het om een alimentatieverzoek van een meerderjarig kind, dan moeten naast de eigen gegevens de naam, voornamen en het adres of werkelijke verblijfplaats (voor zover bekend) van de ouder worden vermeld van wie de financiële bijdrage wordt gevraagd.Verder moet in het verzoekschrift staan waarom u vindt dat de alimentatie moet worden vastgesteld, gewijzigd of beëindigd. Het verzoekschrift stuurt u via uw advocaat naar de griffie van de rechtbank. De griffier van de rechtbank stuurt een afschrift van het verzoek naar uw ex-partner (of ouder).

Waar moet uw verzoek naar toe.
Alimentatievaststelling, wijziging of beëindiging moet u vragen bij de rechtbank in het arrondissement waar u woont. Als u niet in Nederland woont maar uw ex-partner (of ouder) wel, stuurt u het verzoek naar de rechtbank in het arrondissement waar uw expartner (of ouder) woont. Woont u geen van beiden in Nederland, dan stuurt u het verzoek naar de rechtbank in Den Haag.

Verweer
Als uw ex-partner (of ouder) het niet eens is met uw verzoek, moet hij of zij binnen drie weken via een advocaat een verweerschrift indienen.De rechter kan die termijn van drie weken verlengen.In het verweerschrift moet uw ex-partner (ofouder) aangeven waarom hij of zij geen alimentatie wil of kan betalen of waarom de alimentatie niet kan worden gewijzigd of beëindigd. Als het verweerschrift binnen is, krijgen uw ex-partner (ofouder) en u een oproep voor een zitting. Als er binnen drie weken of de termijn die de rechter heeft gesteld geen verweerschrift bij de rechtbank is binnengekomen, heeft er meestal geen zitting plaats. De rechter neemt dan alleen op basis van het verzoek een beslissing. Alleen als het (tevens) om kinderalimentatie gaat voor een minderjarig kind van 16 of 17 jaar, bepaalt de rechter dat er toch een zitting plaats heeft.

Zitting
Bij de zitting van de rechtbank is geen publiek aanwezig (besloten zitting).Tijdens de zitting mogen beide partijen hun verhaal vertellen. Als er geen verweerschrift is ingediend en er wel een zitting plaats heeft, kan de rechter bepalen dat tijdens de zitting alsnog een verweerschrift mag worden ingediend. Aan het einde van de zitting deelt de rechter mee op welk moment de de beslissing zal worden genomen.

Waar houdt de rechter rekening mee
De rechter moet bij zijn of haar beslissing rekening houden met de behoefte van degene die alimentatie vraagt of krijgt en de draagkracht van degene die alimentatie moet betalen of betaalt. De rechter moet de behoefte van de ene partij afwegen tegen de draagkracht van de andere partij. Het kan dus best zo zijn dat de één het gevraagde bedrag nodig heeft om rond te komen, maar dat de ander dat bedrag absoluut niet kan opbrengen. De rechter kan dan nooit het gevraagde bedrag als alimentatie vaststellen. De rechter moet de financiële gevolgen van de scheiding zo eerlijk mogelijk over beide partijen verdelen. Hebt u bijvoorbeeld geen eigen inkomsten, maar kunt u wel werken, dan houdt de rechter daar rekening mee. Ook houdt de rechter rekening met de woonkosten. Misschien kunt u goedkoper gaan wonen, of een deel van het huis verhuren. Misschien zijn er nog kinderen thuis die al verdienen. De rechter kijkt dan of zij kostgeld kunnen betalen. Het gaat er dus niet om of iets wel of niet gebeurt. Voorde rechter is van belang of iets in redelijkheid kan worden gevraagd. De rechter baseert zijn of haar beslissing op de informatie in het verzoekschrift en het verweerschrift en op de informatie die uw ex-partner (of ouder of meerderjarig kind) en u op de zitting geven. Geef daarom zowel in uw verzoekschrift/verweerschrift als op de zitting alle informatie die van belang is. Zowel over u zelf, als over de situatie van de andere partij. Het moet wel om zakelijke informatie gaan, die voor de vaststelling van de alimentatie van belang is en waarvan u de bewijsstukken moet laten zien.

De volgende inkomsten en uitgaven zijn van belang voor het oordeel van de rechter:

Beslissing
Na de zitting neemt de rechter een beslissing. Die beslissing wordt schriftelijk vastglegd. Dit wordt een beschikking genoemd. U krijgt de beschikking via uw advocaat toegestuurd.

HOGER BEROEP EN CASSATIE

Als u het niet eens bent met de beslissing van de rechter, kunt u in hoger beroep gaan bij het hof. U stuurt dan via uw advocaat, een verzoekschrift naar het hof. Het hof behandelt de zaak helemaal opnieuw en geeft ook weer een beschikking. De procedure die dan wordt gevolgd, is dezelfde als de procedure bij de rechtbank. Bent in het ook niet eens met de beslissing van het hof, dan kunt in via uw advocaat beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De Hoge Raad behandelt de zaak niet opnieuw. De Hoge Raad kijkt alleen of de lagere rechters het recht juist hebben toegepast. Dat betekent dat er niet wordt nagegaan of de feitelijke omstandigheden, zoals die in de stukken staan, kloppen. Ook wordt u niet opnieuw gehoord.

Termijn
Als u in hoger beroep wilt bij het hof of cassatie wilt instellen bij de Hoge Raad, moet u dat binnen twee maanden na de beslissing van de rechter doen. De termijn van twee maanden gaat in op de dag dat de beschikking is gegeven.


BETALING VAN PARTNERALIMENTATIE

De rechter vermeldt in de beschikking of de betaling voor de ex-partner wekelijks, maandelijks of drie-maandelijks moet worden gedaan.Beide partijen moeten samen afspreken hoe de betalingen in de praktijk worden gedaan.

BETALING VAN KINDERALIMENTATIE

De niet-verzorgende ouder betaalt elke maand (of elk kwartaal, als dat zo is afgesproken) het vastgestelde bedrag voor het kind of de kinderen aan de verzorgende ouder. Beide ouders moeten samen afspreken hoe de betalingen in de praktijk worden gedaan.Als een kind meerderjarig is, krijgt het kind het geld zelf. De betalende ouder en het kind moeten daar samen afspraken over maken.

Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen
Voor de betaling van kinderalimentatie kunt u soms een beroep doen op het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Het LBIO kan de kinderalimentatie innen bij de betalende ouder en uitkeren aan de verzorgende ouder of het meerderjarige kind van18, l9 of 20 jaar. (Het LBIO regelt geen betalingen van parmer-alimentatie.)

Wanneer kunt u een beroep doen op het LBIO
Volgens de wet kunt u een beroep doen op het LBIO als er een betalingsachterstand is. Deze achterstand mag niet ouder zijn dan 6 maanden. In zo'n geval moet de ontvangende ouder of het kind van18, 19 of 20 jaar een schriftelijk verzoek tot inning doen aan het LBIO. De verzoeker moet dan met bewijsstukken aantonen welke termijnen niet, en wel zijn betaald.

Verder kan het LBIO kinderalimentaties innen in de volgende gevallen:

  1. er is een gezamenlijk verzoek
  2. de betalende ouder doet het verzoek
  3. de ontvangende partij (verzorgende ouder of meerderjarig kind) doet een verzoek, zonder dat er een betalingsachterstand is

ad 1. Als beide partijen de kinderalimentatie door het LBIO willen laten regelen, moeten zij dit in een brief aan het LBIO vragen. De brief moet door beide partijen worden ondertekend.
ad 2. De betalende ouder vraagt het LBIO schriftelijk de betaling te regelen.
ad 3. De ontvangende partij vraagt het LBIO schriftelijk de alimentatie te innen. De betalende ouder moet het er mee eens zijn dat de betalingen via het LBIO lopen en de ontvangende ouder of het meerderjarig kind betaalt de opslag.

Inschakeling van het LBIO is niet gratis Voor de inning van de kinderalimentatie brengt het LBIO een opslag in rekening. Deze opslag bedraagt tien procent van de verschuldigde bedragen.Het minimum bedrag dat het LBIO in rekening brengt is f.25,- per maand.
De betalende ouder moet de kosten van de inning door het LBIO betalen.

Welke maatregelen kan het LBIO nemen
Het LBIO kan een aantal maatregelen nemen als er niet of niet op tijd wordt betaald. Het LBIO kan bijvoorbeeld beslag laten leggen op salaris, uitkering of (on)roerende goederen. De kosten die het LBIO daarvoor moet maken, komen voor rekening van de betalende ouder. (U kunt hier meer over lezen in de brochure van het LBIO.)

PERIODIEKE AANPASSING VAN ALIMENTATIEBEDRAGEN

Elk jaar wijzigen de lonen. Daarom worden ook jaarlijks de alimentatiebedragen aangepast. De minister van Justitie stelt elkjaar in november daarvoor een percentage vast Dit percentage wordt in de Staatscourant gepubliceerd. Met dit percentage wijzigen automatisch alle vastgestelde alimentatiebedragen op l januari van het jaar daarop (indexering).U hoeft daarvoor niet naar de rechter en u hoeft er ook geen speciale afspraken over te maken.Voor de vaststelling van het percentage wordt gekeken naar het loonindexcijfer, dat elkjaar door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt berekend. Bij de berekening van het loonindexcijfer kijkt men naar de salarisontwikkeling bij het bedrijfsleven en de overheid en de ontwikkeling van salarissen in andere sectoren.

Uitzonderingen op de indexering
Op die automatische aanpassing van alimentaties is een aantal uitzonderingen.

Indexeringspercentages vanaf 1974
Op 1 januari 1974 werden de alimentatiebedragen voor het eerst wettelijke geindexeerd. De alimentaties die voor 1971 zijn vastgesteld, werden toen verhoogd met 54%.De alimentaties die in l971 zijn vastgesteld, werden verhoogd met 40%, de alimentaties uit l972 met 23 % en de alimentaties uit 1973 met 12%.Daarna werd jaarlijks het percentage vastgesteld.

  • 01-01-1975 16 %
  • 01-01-1976 13 %
  • 01-01-1977 7 %;
  • 01-01-1978 8 %
  • 01-01-1979 6 %
  • 01-01-1980 6 %;
  • 01-01-1981 4%
  • 01-01-1982 3 %
  • 01-04-1983 6.4%
  • 01-01-1984 0%
  • 01-01-1985 0.5%
  • 01-01-1986 1.1%
  • 01-01-1987 1.3%
  • 01-01-1988 0.5%
  • 01-01-1989 1 %
  • 01-01-1990 1.6%
  • 01-01-1991 3.2%
  • 01-01-1992 3.7%
  • 01-01-1993 4.2%
  • 01-01-1994 2.5%
  • 01-01-1995 1.3%
  • 01-01-1996 1.1%
  • 01-01-1997 1,70%
  • 01-01-1998 2,30%
  • 01-01-1999 3,30%

INKOMEN EX-PARTNERS NA SCHEIDING OF ONTBINDING VAN HET HUWELIJK

Bijstand
Als bij een scheiding of een ontbinding van een huwelijkde rechter een bedrag aan partneralimentatie vaststelt, houdt hij of zij altijd rekening met de behoefte van de ene en de draagkracht van de andere ex-partner. Als ex-partners samen alimentatie hebben afgesproken, kan het zijn dat er niet volledig rekening is gehouden met de behoefte van de ene en de draagkracht van de andere ex-partner. Maar in beide gevallen kan het bedrag aan alimentatie niet genoeg zijn om in het levensonderhoud van de ex-partner die alimentatie krijgt te voorzien.Als die ex-partner daarnaast geen of te weinig andere inkomsten heeft, kan zij of hij een verzoek om een aanvullende bijstandsuitkering indienen bij de sociale dienst in de eigen woonplaats.

Verhaal
Vraagt de ene ex-partner bij de scheiding of enige tijd na de scheiding een bijstandsuitkering aan, dan gaat de Gemeentelijke Sociale Dienst na in hoeverre de andere ex-partner onderhoudsplichtig is en of uitgekeerde bijstand op hem of haar kan worden verhaald. De Gemeentelijke Sociale Dienst vraagt daarvoor de ex-partner op wie verhaald kan worden om alle financiële gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de beoordeling. Daarna stelt de Gemeentelijke Sociale Dienst vast welk bedrag verhaald gaat worden en vraagt dat bedrag binnen 30 dagen te betalen. Als de ex-partner op wie wordt of gaat worden verhaald het daar niet mee eens is en niet betaalt, vraagt de Gemeentelijke Sociale Dienst aan de rechter bij de rechtbank om de betaling dwingend op te leggen. Dit kan de Gemeentelijke Sociale Dienst ook doen, als de situatie van de betalende ex-partner zo is gewijzigd, dat op hem of haar een groter deel van de uitgekeerde bijstand zou kunnen worden verhaald. Natuurlijk kan de betalende ex-partner ook om vermindering vragen, als de eigen situatie zo is gewijzigd dat het verhaalde bedrag niet meer redelijk is. (U kunt hier meer overlezen in de brochures 'Algemene Bijstandswet, bijstandsnormen en rijksgroepregeling', 'Bijstand terugbetalen?Verhaal' en 'Bijstand terugbetalen? Terugvordering)

Pensioen
Vanaf lmei l995 wordtbij een echtscheiding of een scheiding van tafel en bed het ouderdomspensioen verdeeld, dat tijdens het huwelijk door beide ex-partners is opgebouwd. Dit staat in deWet verevening pensioenrechten bij scheiding, die op 1 mei l995 in werking is getreden. Deze verdeling van het ouderdomspensioen staat los van de alimentatieverplichtingen. Alimentatie heeft te maken met de behoefte van de ene en de draagkracht van de andere ex-partner. Pensioenverdeling is er, omdat het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, het resultaat is van de inspanning van beide ex-partners en het pensioen is bedoeld voor beide ex-partners. De rechter hoeft over die verdeling van het ouderdomspensioen dan ook geen beslissing te nemen. De ex-partners bepalen zelf op welke manier het huwelijksouderdomspensioen wordt verdeeld. Als de ex-partners niets over de verdeling afspreken, krijgt ieder (te zijner tijd) de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd, uitbetaald door de pensioenuitvoerder. Dit is de standaardverdeling. Ex-partners kunnen echter ook een andere verdeling afspreken. Om rechtstreeks te kunnen uitbetalen aan beide expartners, moet de pensioenuitvoerder van uw scheiding op de hoogte zijn. U stelt de pensioenuitvoerder op de hoogte door binnen twee jaar na de scheiding het formulier 'Mededeling van scheiding in verband met de verdeling van ouderdomspensioen' naar de pensioenuitvoerder op te sturen. In het formulier moet worden aangegeven op welke manier de ex-partners het huwelijksouderdomspensioen willen verdelen. Als ex-partners voor een andere verdeling dan de standaardverdeling kiezen, moet die andere afspraak zijn vastgelegd in een scheidingsconvenant en moet het formulier door beide ex-partners worden ondertekend. Het formulier zit samen met de brochure 'Verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding' in een envelop. U kunt die envelop met formulier en brochure bij de meeste advocaten, notarissen, pensioenuitvoerders en buro's voor rechtshulp krijgen. U kunt de brochure ook bestellen bij het ministerie van Justitie.

Nabestaandenpensioen en bijzonder nabestaandenpensioen
In de meeste pensioenregelingen is er naast een aanspraak op ouderdomspensioen ook een aanspraak op nabestaandenpensioen voor de partner die het ouderdomspensioen niet zelf opbouwt of heeft opgebouwd. Het nabestaandepensioen is een uitkering die de ene partner kan krijgen, als de ander (die het ouderdomspensioen heeft opgebouwd) overlijdt.
Het bijzonder nabestaandenpensioen is de uitkering die de ene ex-partner kan krijgen als de ander (die het ouderdomspensioen voor de echtscheiding heeft opgebouwd) overlijdt. Als de ex-partner die alimentatie betaalt overlijdt, stopt de alimentatie. Ook de aanspraak van de andere ex-partner op het deel van het ouderdomspensioen dat de overledene heeft opgebouwd, vervalt. Hiervoor kan dan het bijzonder nabestaandenpensioen in de plaats komen. (Bij echtscheiding wordt de opbouw van het huwelijksouderdomspensioen beëindigd en het volledig nabestaandenpensioen teruggebracht tot het bijzonder nabestaandenpensioen. Bij scheiding van tafelen bed wordt alleen de opbouw van het huwelijksouderdomspensioen beëindigd. Pas bij de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafelen bed, wordt het nabestaandenpensioen teruggebracht tot het bijzonder nabestaandenpensioen.) Of er voor uw ex-partner of u recht is op bijzonder nabestaandenpensioen kunt u navragen bij de instantie die de pensioenregeling uitvoert of de werkgever van de ex-partner die het ouderdomspensioen opbouwt ofheeft opgebouwd.

ADRESSEN

ARRONDISSEMENTHOOFDPLAATSEN

Nederland is verdeeld in 19 arrondissementen. Elk arrondissement heeft een hoofdplaats. Daar zijn de rechtbanken, de buro's voor rechtshulp en de raad voor de kinderbescherming gevestigd. Adressen en telefoonnummers kunt in in het telefoonboek vinden.

De volgende plaatsen zijn arrondissementshoofdplaatsen:
A Alkmaar Almelo Amsterdam Arnhem Assen
B Breda
D Den Haag Dordrecht
G Groningen
H Haarlem's-Hertogenbosch
L Leeuwarden
M Maastricht Middelburg
R Roermond Rotterdam
U Utrecht
Z Zutphen

Verder is er in de volgende plaatsen een bijkantoor van een buro voor rechtshulp gevestigd:
A Alphen a/d Rijn, Almere-stad, Amersfoort, Apeldoorn, Appingedam,
B Bergen op Zoom,
D Delft, Deventer, Doetinchem,
E Eindhoven, Emmen, Enschede,
G Gorinchem, Gouda,
H Heerlen, Helmond, Hoogeveen, Hoorn,
L Leiden, Lelystad,
N Nijmegen,
O Oss,
R Roosendaal,
S Schiedam, Spijkenisse,
T Tilburg,
V Venlo,
W Weert, Winschoten en
Z Zaandam.

Tenslotte is de raad voor de kinderbescherming ook gevestigd in:
E Eindhoven en
L Lelystad.

U kunt deze brochures schriftelijk bestellen bij:

Ministerie van Justitie
Directie Voorlichting
Afdeling in- en externe communicatie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag

U kunt deze brochures krijgen bij de Gemeentelijke Sociale Dienst

Tenslotte kunt u bij de belastingtelefoon de brochure Echtscheiding aanvragen over de fiscale gevolgen van echtscheiding en alimentatie.Het nummer van de belastingtelefoon voor particulieren is 06-0543 (gratis).

Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl