Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl
SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT
bezwaar en beroep bij uitkeringen
Inleiding: In deze brochure vindt u informatie over
wat u moet doen als u het niet eens bent met een beslissing van een uitvoeringsorgaan over
uw uitkering. Bijvoorbeeld omdat uw aanvraag voor een uitkering is afgewezen, uw uitkering
wordt verlaagd of stopgezet. Bent u het daar niet mee eens, dan kunt u meestal eerst
bezwaar maken tegen de beslissing. Bent u het vervolgens niet eens bent met de beslissing
op uw bezwaarschrift dan kunt u in beroep gaan. In de gevallen waarin u geen bewaar kunt
maken, kunt u rechtstreeks in beroep gaan bij de rechtbank.
Hoe u bezwaar kunt maken, bij welke instantie en hoe u beroep kunt instellen, leest u in
deze brochure.Het sociale zekerheidsrecht is niet eenvoudig. Komt u er na het lezen van
deze brochure niet helemaal uit, dan kunt u altijd informatie vragen bij een bureau voor
rechtshulp, een advocaat of de instantie waar u de uitkering van ontvangt of hebt
aangevraagd.Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend.
inhoud |
B. Beroep
In Nederland kennen we tal van uitkeringen, WW, ABW, RWW,
WAO, AOW noem maar op. Deze uitkeringen zijn geregeld in de sociale zekerheidswetten.
Hieronder staan de belangrijkste sociale zekerheidswetten opgesomd. Als u het niet eens
bent met een beslissing geldt voor de meeste wetten een algemene procedure. U kunt dan
eerst bezwaar maken en vervolgens in beroep gaan bij de sector bestuursrecht van de
rechtbank.
Sommige wetten kennen een iets afwijkende regeling.
De algemene procedure geldt voor de:
Voor de onderstaande drie wetten geldt dat u direct in beroep moet gaan bij de sector bestuursrecht van de rechtbank. Bezwaar is (nog) niet mogelijk. U kunt deel A van de brochure dus overslaan en direct beginnen bij deel B (Beroep). Deze regeling geldt tot 1 januari 1997. Daarna geldt ook voor deze drie wetten de algemene procedure.
Een (iets) afwijkende regeling geldt voor :
en :
ALS U HET NIET EENS BENT MET EEN BESLISSING
Sociale zekerheidswetten worden uitgevoerd door uitvoeringsorganen. Gaat het om de Werkloosheidswet (WW) of de Ziektewet (ZW) dan is dat een bedrijfsvereniging. Ook de ziekenfondsen, de Sociale Verzekeringsbank, de Pensioen en Uitkeringsraad en de gemeenten zijn uitvoeringsorganen. Het uitvoeringsorgaan bepaalt of u wel of geen recht hebt op een uitkering en hoe hoog die uitkering moet zijn.
Bent u het niet eens met de beslissing van een uitvoeringsorgaan, dan doet u er verstandig aan om eerst contact met hen op te nemen, voordat u bezwaar maakt of beroep instelt. U kunt altijd een gesprek aanvragen. Zij kunnen u uitleggen waarom zij de beslissing hebben genomen. Misschien ziet u na dit gesprek de redelijkheid van de beslissing in. Het kan ook zijn dat de nadere inlichtingen die u bij zo'n gesprek geeft, aanleiding zijn voor een andere beslissing. Let er wel op dat in deze periode de termijn waarbinnen u bezwaar kunt maken of beroep kunt instellen (meestal 6 weken) niet verloopt.
Hebt u uitleg gevraagd aan het uitvoeringsorgaan en bent u het toch n iet met hen eens, dan kunt u bezwaar maken (of in beroep gaan). Hoe de procedure verloopt en wat u moet doen, leest u hierna.
A. BEZWAAR
U bent het niet eens met de door het uitvoeringsorgaan genomen beslissing en u wilt bezwaar maken. Dit doet u door een bezwaarschrift in te dienen bij de instantie die de beslissing heeft genomen.
Het adres waar u uw bezwaarschrift moet indienen, vindt u op de beslissing die u hebt ontvangen.
Een bezwaarschrift is een brief waarin u schrijft, waarom u het met de genomen beslissing niet eens bent. Een voorbeeld vindt u achterin deze brochure.
De inhoud
In uw bezwaarschrift vermeldt u in ieder geval:
Vergeet niet uw bezwaarschrift te ondertekenen.
De termijn
Voor het indienen van uw bezwaarschrift hebt u zes weken de tijd. De termijn begint te lopen op de dag na verzending van de beslissing (kijkt u dus naar de datum van het poststempel). Komt uw bezwaarschrift te laat binnen, dan neemt het uitvoeringsorgaan uw bezwaar n iet meer in behandeling.
Het is verstandig uw bezwaarschrift aangetekend te versturen, zodat u kunt aantonen dat u uw bezwaarschrift op tijd hebt verstuurd. Van het uitvoeringsorgaan krijgt u een ontvangstbevestiging.
U hebt meer tijd nodig
Als het niet lukt binnen zes weken uw bezwaarschrift met alle gegevens klaar te hebben, dan kunt u een onvolledig bezwaarschrift opsturen. U krijgt dan de tijd om uw bezwaarschrift aan te vullen. Als u niet binnen zes weken een (on)volledig bezwaarschrift indient, is de mogelijkheid bezwaar te maken voorbij.
Uw mening mondeling toelichten.
Het uitvoeringsorgaan kan u vragen uw bezwaarschrift mondeling toe te lichten. U wordt dan 'gehoord'. Het uitvoeringsorgaan hoeft u niet altijd te horen. Ze zijn dit niet verplicht als:
Tot tien dagen voor de datum waarop u wordt 'gehoord' kunt u aanvullende gegevens of bewijsstukken bij het uitvoeringsorgaan afgeven. Alle stukken die betrekking hebben op uw zaak, kunt u gedurende de week voorafgaand aan het 'horen' inzien bij het uitvoeringsorgaan. Wilt u de stukken inzien, dan kunt u hiervoor het best een afspraak maken.
U kunt getuigen en/of deskundigen inschakelen. Bijvoorbeeld voor het afleggen van een schriftelijke of mondelinge verklaring. De hieraan verbonden kosten moet u zelf betalen.
Voor de bezwaarschriftprocedure bent u niet verplicht een advocaat in te schakelen. Soms is dat echter wel verstandig. U kunt zich ook door iemand anders, die geen advocaat is, laten vertegenwoordigen. Deze persoon moet u wel schriftelijk machtigen. Een voorbeeld van een machtiging vindt u achterin deze brochure.
Beslissing op uw bezwaarschrift.
Het uitvoeringsorgaan heeft zes weken de tijd om op uw bezwaar te reageren. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Als er een adviescommissie is ingesteld, moet u binnen tien weken een antwoord op uw bezwaarschrift krijgen. Ook deze termijn van tien weken kan met vier weken worden verlengd. U ontvangt hiervan bericht. Maximaal kan het dus 14 weken duren voordat u een antwoord in huis hebt.
Hebt u na zes weken helemaal niets gehoord en begrijpt u niet waarom, neem dan contact op met het uitvoeringsorgaan. Blijft het antwoord op uw bezwaar te lang uit en krijgt u geen uitleg of bericht van het uitvoeringsorgaan, dan kunt u direct beroep instellen bij de rechtbank tegen het niet op tijd nemen van een beslissing.
Het antwoord op uw bezwaarschrift dit heet een beschikking op bezwaar - krijgt u toegestuurd. Het uitvoeringsorgaan vermeldt in de beschikking op bezwaar de reden waarom een bepaalde beslissing is genomen. Bent u het niet eens met de beslissing, dan kunt u in beroep gaan. Onderaan de beslissing staat vermeld waar u beroep moet instellen en binnen welke termijn. In het volgende hoofdstuk wordt de procedure beschreven.
De beslissing die door het uitvoeringsorgaan is genomen,
geldt gedurende de periode dat u bezwaar maakt. Als uw uitkering is stopgezet door het
uitvoeringsorgaan, ontvangt u in die tijd geen geld. Misschien vindt u dat u de beslissing
van het uitvoeringsorgaan niet kunt afwachten.
Bijvoorbeeld omdat u hierdoor in grote financiële moeilijkheden komt. U kunt voor die
periode een voorlopige voorziening aanvragen.
Zo'n 'voorlopige voorziening' betekent dat er een speciale regeling wordt getroffen voor de periode dat het bezwaarschrift wordt behandeld. Het uitvoeringsorgaan moet bijvoorbeeld uw uitkering in die tijd doorbetalen. Er moet wel sprake zijn van een 'noodsituatie'.
Een verzoek om een 'voorlopige voorziening' kunt u indienen bij de president van de arrondissementsrechtbank waar uw woonplaats onder valt. U moet daar wel griffierecht voor betalen, zie verder onder het kopje 'Griffierechten'.
B. BEROEP
Als u het niet eens bent met de beslissing die is genomen op uw bezwaarschrift, kunt u beroep instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank. In Nederland zijn 19 rechtbanken. Uw beroep stelt u in bij de rechtbank die hoort bij uw woonplaats. Welke rechtbank dat is, vindt u onderaan uw beschikking op bezwaar.
Zoals u onder het kopje 'Welke wetten' kon lezen moet u in een aantal gevallen direct beroep in stellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank. Het gaat om de: AAW, WAO en TW. U slaat het bezwaar dus over. Deze uitzondering geldt tot 1 januari 1997.
In beroep gaan doet u met een 'beroepschrift'. Dit is een brief waarin u uitlegt waarom u het niet eens bent met de beslissing op uw bezwaarschrift (of de beslissing van het uitvoeringsorgaan voor de AAW, WAO en TW). Verder schrijft u in uw beroepschrift wat naar uw mening de beslissing van de rechter zou moeten zijn. Uw beroepschrift stuurt u vervolgens in tweevoud naar de griffie van de rechtbank, ter attentie van de sector bestuursrecht. Met uw beroepschrift stuurt u ook een kopie van de beslissing op uw bezwaarschrift mee. Wilt u nog meer stukken meesturen, bijvoorbeeld bewijzen van uw uitkering of arbeidsongeschiktheid, of correspondentie met het uitvoeringsorgaan, stuur dan al deze stukken in tweevoud mee.
Het is verstandig uw beroepschrift aangetekend te
versturen.
Een voorbeeld van een beroepschrift vindt u achterin deze brochure.
De termijn
U hebt zes weken de tijd om beroep in te stellen. Die zes weken gaan in op de dag na verzending van de beslissing op uw bezwaarschrift. Op de beslissing kunt u de datum vinden.
Is uw beroepschrift niet binnen zes weken bij de rechtbank ingediend, dan verspeelt u in principe uw recht om beroep in te stellen.
U hebt meer tijd nodig
Het kan zijn dat u meer tijd nodig hebt dan de vastgestelde zes weken. Bijvoorbeeld omdat u eerst advies wilt vragen. Om uw recht op beroep niet te verspelen kunt u een brief sturen naar de sector bestuursrecht van de rechtbank. In deze brief schrijft u dat u het niet eens bent met de beschikking op bezwaar, en waarom u meer tijd nodig hebt voor uw beroepschrift. Van de beschikking op bezwaar stuurt u een kopie mee. U moet deze brief wel binnen zes weken naar de rechtbank sturen.
Minderjarig
Bent u minderjarig (17 jaar of jonger) dan moet één van uw ouders of uw voogd het beroepschrift ook ondertekenen.
Iemand machtigen of een advocaat nemen.
In de beroepsprocedure bent u niet verplicht een advocaat in te schakelen. Dat mag natuurlijk wel. Ook kunt u iemand machtigen om namens u beroep in te stellen en u bij de behandeling van het beroep te vertegenwoordigen. Is degene die u vertegenwoordigt geen advocaat, dan moet u die persoon schriftelijk machtigen. Deze machtiging moet u meesturen met uw beroepschrift.
Een voorbeeld van een machtiging vindt u achterin deze brochure.
Als uw beroepschrift bij de rechtbank is binnengekomen, wordt gekeken of alle noodzakelijke informatie er in staat. Zo niet, dan wordt u om nadere gegevens gevraagd. Is uw beroepschrift compleet, dan bekijkt de rechter of uw zaak in behandeling kan worden genomen.
Uw beroep is 'kennelijk niet ontvankelijk' of
'kennelijk ongegrond'
Sommige zaken worden direct afgewezen, uw beroep is dan 'kennelijk niet ontvankelijk' of 'kennelijk ongegrond'. Een beroep is 'kennelijk niet ontvankelijk' als het te laat is ingediend of omdat er gegevens ontbreken. Een voorbeeld van een 'kennelijk ongegrond beroep' is als iemand beroep instelt tegen een beslissing die volgens de wet niet anders had kunnen zijn. Bijvoorbeeld iemand heeft een WAO uitkering; als hij 65 jaar wordt stopt die uitkering, want daarna ontvangt hij AOW. Aan het stopzetten van zijn WAO uitkering kan ook de rechter niets veranderen.
Is uw beroep 'kennelijk niet ontvankelijk' of 'kennelijk ongegrond', dan geeft de rechter direct een uitspraak waarin hij het beroep afwijst. De wet geeft u de mogelijkheid om tegen zo'n uitspraak verzet aan te tekenen.
Verzet aantekenen doet u bij dezelfde rechtbank. U moet binnen zes weken een verzetschrift indienen. In het verzetschrift schrijft u waarom u het niet eens bent met de beslissing van de rechter, en waarom u vindt dat de rechtbank de zaak opnieuw moet bekijken.
Voordat u verzet aantekent, is het verstandig advies te vragen aan iemand die rechtsbijstand verleent. Hij kan u vertellen of het verzet zin heeft.
Uw beroep is ontvankelijk.
Is uw beroep wel ontvankelijk, dan wordt uw zaak in behandeling genomen. De procedure die nu volgt bestaat meestal uit twee fasen: een vooronderzoek en een rechtszitting.
Een vooronderzoek.
Is uw beroepschrift compleet, dan wordt een afschrift verzonden aan het uitvoeringsorgaan dat de beslissing heeft genomen. Het uitvoeringsorgaan moet alle stukken die ze over uw zaak hebben opsturen naar de rechtbank. Ook moet het uitvoeringsorgaan een verweerschrift indienen. In het verweerschrift staat waarom het uitvoeringsorgaan de beslissing heeft genomen. Al deze stukken krijgt u toegestuurd.
Soms vindt de rechter nader onderzoek nodig. Hij vraagt dan meer inlichtingen, laat getuigen horen of hij geeft opdracht aan een deskundige om de zaak te onderzoeken. Zo'n deskundige kan bijvoorbeeld een dokter zijn of een arbeidsdeskundige. Het is in uw eigen belang dat u meewerkt aan dit nader onderzoek.
Ook van dit nader onderzoek ontvangt u bericht.
Als de rechter vindt dat hij voldoende informatie heeft, wordt het vooronderzoek
afgesloten.
Beslissing op basis van de stukken.
Na afsluiting van het vooronderzoek kan de rechter een
uitspraak geven op basis van de stukken. Dit is een schriftelijke behandeling.
Er volgt dan dus geen rechtszitting. De rechter mag alleen op basis van de stukken
beslissen als u daarvoor toestemming geeft.
De rechtszitting.
Geeft u geen toestemming voor een beslissing op basis van de stukken, dan verwijst de rechter uw zaak 'naar de zitting'. Dit betekent dat er een rechtszitting wordt gehouden. U krijgt hiervoor een oproep. U doet er verstandig aan om naar de zitting te komen. Soms is dat zelfs verplicht. In uw oproep staat waar en wanneer de zitting plaatsvindt en of u verplicht bent om te komen. Ook staat er in uw oproep vermeld waar en op welke dagen u de processtukken kunt inzien. Zelf kunt u tot tien dagen voor de zitting stukken inleveren.
Hebt u een oproep ontvangen, maar bent u verhinderd om op de zitting te verschijnen, geef dit dan zo snel mogelijk aan de griffie van de rechtbank door. Alleen een heel dringende reden geldt als verhindering.
Getuigen en deskundigen.
Wilt u getuigen of deskundigen naar de zitting laten komen, dan moet u dat minimaal zeven dagen voor de zitting doorgeven aan de griffie van de rechtbank.
De kosten voor deze getuigen en deskundigen moet u in principe zelf betalen.
De uitspraak
Na de behandeling volgt een uitspraak. U krijgt een afschrift van de uitspraak toegestuurd. In de uitspraak staat wat de rechter vindt en waarom.
Hebt u een uitspraak van de rechtbank gekregen en bent u het hier niet mee eens, dan kunt u in hoger beroep gaan. De uitspraak van de rechtbank wordt dan bekeken door een hogere rechter. Gaat het om een uitkering dan moet u voor het instellen van hoger beroep naar de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. U hebt hiervoor zes weken de tijd.
Waar u hoger beroep moet instellen en hoeveel tijd u daarvoor hebt, vindt u ook in de uitspraak van de rechtbank.
De procedure voor de Centrale Raad van Beroep
U stelt hoger beroep in door een beroepschrift in tweevoud te sturen naar de Centrale Raad van Beroep in Utrecht. Bij uw beroepschrift doet u een kopie van de uitspraak van de rechter. Ook nu moet u al uw gegevens (naam, adres, etc.) vermelden, de reden waarom u het niet eens bent met de uitspraak van de rechtbank en wat u vindt dat de rechter zou moeten beslissen. De behandeling van uw beroepschrift in hoger beroep gebeurt op dezelfde wijze als de behandeling van uw beroepschrift door de rechtbank.
Voordat u besluit om in hoger beroep te gaan is het verstandig eerst advies te vragen aan iemand die rechtsbijstand verleent, bijvoorbeeld een advocaat. Hij kan u vertellen of het in uw geval zin heeft om in hoger beroep te gaan.
Tijdens de beroepsprocedures (beroep en hoger beroep) geldt
de genomen beslissing. Beroepsprocedures zullen vaak nogal wat tijd in beslag nemen. Als u
denkt dat u in de problemen komt, kunt u een 'voorlopige voorziening' aanvragen bij de
president van de rechtbank. Er wordt dan een speciale regeling getroffen voor de periode
dat uw beroep wordt behandeld. De beslissing kan bijvoorbeeld worden geschorst. Of het
uitvoeringsorgaan krijgt het bevel een uitkering door te betalen tijdens de
beroepsprocedure.
Een verzoek om een 'voorlopige voorziening' kunt u indienen bij het gerecht waar u uw
beroep of hoger beroep hebt ingediend.
Als de rechter u in het gelijk stelt, kunt u de rechtbank vragen het uitvoeringsorgaan te verplichten de schade die u hebt geleden te betalen. Hiervoor moet u wel goede redenen hebben. Ook kan het uitvoeringsorgaan worden verplicht de kosten die u hebt gemaakt in de beroepsprocedure gedeeltelijk aan u terug te betalen (bijvoorbeeld de reiskosten van uw getuigen of uw advocaatkosten).
Aan het indienen van een bezwaarschrift bij het uitvoeringsorgaan zijn geen kosten verbonden.
Voor het instellen van beroep en hoger beroep en voor het vragen van een voorlopige voorziening moet u griffierecht betalen. Het gaat om de volgende bedragen:
De griffier van de rechtbank stuurt u een nota en/of een acceptgiro. U moet het bedrag binnen de gestelde termijn betalen, anders wordt uw beroep niet in behandeling genomen.
Zoals u hier eerder kon lezen zijn er enkele afwijkende procedures. Hieronder wordt verteld wat u in deze gevallen moet doen. Verder gelden voor deze wetten de algemene bezwaar en beroepsprocedures, zoals ze hiervoor zijn beschreven.
Ziektewet
Normaal hebt u zes weken de tijd om in beroep te gaan tegen een beslissing van een uitvoeringsorgaan. Gaat het echter om de vraag of u door ziekte al dan niet in staat was om uw werk te doen, dan hebt u maar 14 dagen de tijd.
Ziekenfondswet
Bent u verplicht verzekerd bij een ziekenfonds en wordt u
een verstrekking geweigerd waarop u wel meent recht te hebben dan moet u, voordat u bij de
rechtbank in beroep gaat, eerst advies vragen aan de Ziekenfondsraad. Het adres van de
Ziekenfondsraad is: Prof. J.H. Bavincklaan 2, 1183 AT, Amstelveen. U moet dat advies
binnen zes weken vragen.
Hoe u dit moet doen kan uw ziekenfonds u vertellen.
Wilt u na het advies van de Ziekenfondsraad toch nog in beroep gaan bij de rechtbank, dan moet u een kopie van het advies bij uw beroepschrift voegen.
AWBZ
Ook bij een geschil over een verstrekking of vergoeding ingevolge de AWBZ moet u eerst advies vragen bij de Ziekenfondsraad (zie hierboven).
Bent u het niet eens met een beslissing van de Pensioenen
Uitkeringsraad (PUR) over een van deze wetten, dan moet u in eerste instantie een
bezwaarschrift indienen bij de Pensioen en Uitkeringsraad in Heerlen, Postbus 344, 6400
AH. Tot zover volgt u dus de gewone procedure.
Bent u het echter niet eens met de beslissing op uw bezwaarschrift, die u van de Pensioen
en Uitkeringsraad krijgt, dan kunt u terecht bij de sector bestuursrecht van de rechtbank.
U moet dan namelijk direct beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep in Utrecht.
Het sociale zekerheidsrecht is niet eenvoudig. Het kan zijn dat u er zelf niet helemaal uitkomt. Voor advies over het wel of niet in beroep gaan en praktische hulp bij het schrijven van een bezwaar of beroepschrift, kunt u terecht bij een bureau voor rechtshulp. Een bureau voor rechtshulp vindt u in elke grote plaats. Adres en telefoonnummer kunt u opzoeken in het telefoonboek. U kunt ook de hulp inroepen van uw vakorganisatie, de sociale raadslieden van de gemeente of een advocaat. Kunt u een advocaat niet (helemaal) bekostigen, dan kunt u soms een advocaat toegevoegd krijgen. De overheid neemt dan een deel van de kosten voor haar rekening, u betaalt wel altijd een eigen bijdrage. Hoe dat precies in z'n werk gaat kunt u vragen bij een bureau voor rechtshulp of aan uw advocaat. Klik hier voor informatie over rechtshulp.
INFORMATIE OVER UITKERINGSGELD
In deze brochure vindt u alleen informatie over hoe u bezwaar kunt maken en hoe u in beroep kunt gaan tegen een beslissing van een uitvoeringsorgaan. U krijgt dus geen informatie over de vraag of u nu wel of geen recht hebt op een uitkering. Voor deze informatie kunt u terecht bij één van de uitvoerende instanties, zoals een bedrijfsvereniging, het ziekenfonds of de Sociale Verzekeringsbank. Brochures met informatie over alle uitkeringen kunt u schriftelijk aanvragen bij het Voorlichtingscentrum Sociale Verzekering, Rhijnspoorplein l, 1091 G , Amsterdam.
Nederland is verdeeld in 19 arrondissementen. Elk arrondissement heeft een hoofdplaats. In die hoofdplaatsen zijn de rechtbanken en de buro's voor rechtshulp gevestigd. Dit zijn de volgende plaatsen:
Verder is er een bijkantoor van de buro's voor rechtshulp gevestigd in:
Adressen en telefoonnummers kunt u opzoeken in het telefoonboek van de betreffende plaats.
Andere adressen
Voorbeeld 1. Bezwaarschrift/Beroepschrift/Verzetschrift
Aan: (hier vult u de naam en het adres in van de instantie waar u uw bezwaar , beroeps of verzetschrift naar toe moet sturen)
Ondergetekende (naam en voornamen voluit)
geboren (jaar en dag invullen)
wonende (straat, huisnummer, postcode en plaats)
tekent bezwaar/beroep/verzet aan tegen de hierbij gevoegde beslissing van de (beslissende instantie) te (plaatsnaam invullen).
Hij/zij kan zich met deze beslissing niet verenigen, omdat (hier vult u duidelijk en zakelijk in waarom u het met de beschikking oneens bent).
Hij/zij verzoekt u te beslissen dat (invullen wat naar uw mening beslist zou moeten worden).
Datum Handtekening
U kunt het stuk het beste typen, want handschriften zijn soms onduidelijk. Gaat uw beroep over arbeidsongeschiktheid, dan vermeldt u ook de naam van uw huisarts en eventueel van uw specialist.
Stuur het stuk in tweevoud op, en
vergeet niet van alle
benodigde stukken een kopie mee te sturen.
Voorbeeld 2. Schriftelijke machtiging
Ondergetekende (naam en voornamen van degene namens wie beroep wordt ingesteld)
geboren (jaar en dag invullen)
wonende (straat, huisnummer, postcode en plaats)
machtigt bij deze (naam en voornamen van gemachtigde invullen)
wonende (straat, huisnummer, postcode en plaats van gemachtigde)
om hem/haar te vertegenwoordigen bij het instellen en behandelen van het beroep tegen de beslissing van (hier vult u naam en adres in van het uitvoeringsorgaan) van (hier vult u de datum die op de beslissing op uw bezwaar staat in), zulks met de macht van indeplaatsstelling.
Datum Handtekening
De brochures
Deze kunt u ook schriftelijk aanvragen bij:
De brochure 'Bezwaar en beroep bij belastingen' kunt u aanvragen bij de Belasting Telefoon. Het nummer is 06 - 0543 (gratis).