Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

Verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding


Inleiding:  Bij een echtscheiding, een scheiding van tafel en bed of een beëindiging van geregistreerd partnerschap moeten (ex-) partners allerlei zaken regelen. Hierbij kunt u denken aan vragen als wie mag in het huis blijven wonen en wie gaat er voorde kinderen zorgen enzovoort. Echter: er zullen ook zaken geregeld moeten worden die u pas later in uw leven zult gaan merken.Een voorbeeld hiervan is de verdeling van het door een of beide partners opgebouwde ouderdomspensioen. Daarover gaat deze brochure.De brochure is voor u van belang als u gaat scheiden of al gescheiden bent of als uw geregistreerd partnerschap wordt beëindigd of al beëindigd is, maar de verdeling van ouderdomspensioen nog niet is geregeld. De brochure geeft een beschrijving van de wettelijke regeling op dit gebied - de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding - en vertelt hoe een verdeling van ouderdomspensioen tot stand komt. Pensioenverdeling kan een ingewikkelde zaak zijn. Als u er met de brochure alleen niet uitkomt kunt u het best contact opnemen met een rechtsbijstandverlener, zoals een bureau voor rechtshulp of een advocaat


inhoud

 

Nota bene: Met "ex-partner" wordt in deze brochure niet alleen de gescheiden man of vrouw bedoeld, maar ook de nog met elkaar getrouwde man en vrouw die van tafel en bed zijn gescheiden en de ex-geregistreerde partner. Onder "scheiding" wordt begrepen de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed en de beëindiging van een geregistreerd partnerschap. Met "scheidingsconvenant wordt bedoeld de schriftelijke afspraak tussen ex-partners met het oog op de scheiding.

Waarom deze wet?

De wet gaat over de verdeling van het ouderdomspensioen bij scheiding. Beide ex-partners hebben recht op de helft van het huwelijksouderdomspensioen of het partnerschapsouderdomspensioen, dat is het ouderdomspensioen dat tussen sluiting van huwelijk of geregistreerd partnerschap en scheiding is opgebouwd. Beide ex-partners krijgen hun deel van het pensioen apart uitbetaald door de pensioenuitvoerder. In de wet wordt degene die pensioen heeft opgebouwd ‘vereveningsplichtige’ genoemd en degene die niet zelf pensioen heeft opgebouwd ‘vereveningsgerechtigde’.

VUT-regelingen, ongehuwdenpensioenen, lijfrenten, invaliditeitspensioenen en bepaalde tijdelijke pensioenen vallen niet onder de ‘Wet verevening -pensioenrechten bij scheiding’.

Een nabestaandenpensioen wordt volgens de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ niet verdeeld. Bij conversie wordt het echter wel betrokken. Het bijzonder nabestaandenpensioen wordt dan omgezet in een deel van de eigen aanspraak op ouderdomspensioen.

AOW-pensioenen vallen ook niet onder de wet. Die worden immers aan iedereen die 65 jaar wordt individueel uitbetaald. Zolang u getrouwd of ongetrouwd samenwoont, krijgen u en uw echtgenoot of partner het AOW-pensioen voor gehuwden. Zodra u niet meer samenwoont (omdat u of uw echtgenoot of partner is weggegaan of uw echtgenoot of partner is overleden), krijgt u het AOW-pensioen voor alleenstaanden.

Nabestaandenuitkeringen op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) vallen niet onder de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.

Nota bene: Niet altijd wordt het pensioen verdeeld. In de wet staat een ondergrens voor de uitbetaling door de pensioenuitvoerder. Het bedrag dat de pensioenuitvoerder zou moeten betalen aan de ex-partner die zelf het pensioen niet heeft opgebouwd, moet op het tijdstip van scheiding meer zijn dan Euro 332,29 bruto per jaar (per 1 januari 2002). Woont die persoon op het moment van scheiding in het buitenland, dan is de ondergrens het dubbele van dit bedrag. Kleine pensioenen worden dus niet verdeeld.

Voor wie geldt de wet?

De wet geldt voor:

Wanneer is een scheiding van tafel en bed definitief?

Sinds 1 april 2001 geldt de regel dat een scheiding van tafel en bed definitief is als deze is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Het huwelijksgoederenregister wordt ter griffie van de rechtbank gehouden. Daarvòòr, dus voor 1 april 2001, gold het volgende. De scheiding van tafel en bed was toen definitief als er een vonnis of beschikking van de rechter was en de termijn voor hoger beroep of cassatie voorbij was of eerder, als men binnen die termijn in de uitspraak had berust. Berusting kan alleen blijken uit een akte van berusting of uit een brief van de advocaat.

Uitsluiting van de wet

In de wet staat dat u de toepasselijkheid van de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ in de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of het scheidingsconvenant kunt uitsluiten. Dat betekent dat u ervoor kunt kiezen om in de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of in het scheidingsconvenant af te spreken, dat u de regeling van de wet over de verdeling van ouderdomspensioen niet zult volgen als u gaat scheiden. Als u de toepasselijkheid van de wet uitsluit, kunt u samen met uw ex-partner andere afspraken maken over de verdeling van pensioenaanspraken, bijvoorbeeld bij de boedelscheiding. De afspraken die u dan maakt, gelden echter alleen tussen u en uw ex-partner. De pensioenuitvoerder hoeft er dus geen rekening mee te houden.
Sluit u de toepasselijkheid van de wet uit, dan stuurt u geen formulier op.

Toch een formulier

Als één van de ex-partners binnen twee jaar na de scheiding toch een formulier naar de pensioenuitvoerder stuurt, neemt deze het formulier wèl in behandeling. De ex-partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, krijgt van de pensioenuitvoerder schriftelijk te horen hoeveel zij of hij als deel van het ouderdomspensioen krijgt en vanaf wanneer. De andere ex-partner krijgt van die brief een kopie.
De pensioenuitvoerder kan namelijk niet weten dat u de toepasselijkheid van de wet hebt uitgesloten.

De andere ex-partner moet dan aantonen dat de toepasselijkheid van de wet is uitgesloten. Dit doet hij of zij door het opsturen van een gewaarmerkte kopie (of een gewaarmerkt uittreksel) van de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of van het scheidingsconvenant naar de pensioenuitvoerder.

Waarvoor dient het formulier?

Als u recht heeft op een gedeelte van het pensioen van uw ex-partner dan zal op een bepaald moment dat deel van het pensioen naar u moeten worden overgemaakt. De pensioenuitvoerder waarbij uw ex-partner een pensioen aan het opbouwen is of een pensioen heeft opgebouwd, moet voor die uitbetaling zorg dragen. De pensioenuitvoerder moet, om aan de juiste personen te kunnen uitbetalen, weten dat u bent gescheiden en hoe u het pensioen verdeeld wilt hebben. Daarom moet u uw scheiding melden bij de pensioenuitvoerder. Dat kunt u alleen doen met het formulier ‘Mededeling van scheiding in verband met verdeling van ouderdomspensioen’. Het formulier treft u aan bij deze brochure.

Dit formulier stuurt u naar de pensioenuitvoerder waarbij uw ex-partner is aangesloten.

Dat doet u zo snel mogelijk; in elk geval binnen twee jaar na de scheiding. (Als u een al ingegaan pensioen meldt, schrijf dan in de linkerbovenhoek van het formulier: ‘S.V.P. met voorrang behandelen’. Op die manier kan de pensioenuitvoerder uw aanvraag voorrang geven.)

Samen of alleen

U kunt samen met uw ex-partner het formulier invullen en opsturen, maar u kunt het ook alleen doen. Voor de pensioenuitvoerder is het voldoende als één van de ex-partners de melding doet. Alleen als u een andere verdeling of ‘conversie’ wilt, moeten u en uw ex-partner allebei het formulier ondertekenen. De keuze die u in het formulier vastlegt voor de manier waarop het ouderdomspensioen moet worden verdeeld, is voor de pensioenuitvoerder in principe definitief.

Maak van het ingevulde formulier een kopie en bewaar die bij uw verzekeringspapieren. Op die manier hebt u altijd alle gegevens bij de hand.

Nota bene: Als u en uw ex-partner ieder afzonderlijk een formulier opsturen en de gegevens die u verstrekt zijn niet hetzelfde als de gegevens die uw ex-partner verstrekt, loopt u het risico dat de uitbetaling van een deel van de pensioengelden wordt vertraagd.

Hoe wordt het pensioen verdeeld?

Beide ex-partners hebben pensioen opgebouwd Als u en uw ex-partner allebei pensioen hebben opgebouwd, kunnen die pensioenen in principe allebei op dezelfde manier worden verdeeld. Als u en uw ex-partner allebei ongeveer evenveel pensioen hebben opgebouwd, kunt u afzien van de verdeling van beide pensioenen. Verschilt de opbouw van beide pensioenen erg veel, dan kunt u ook kiezen voor het verdelen van één van de pensioenen. U kunt bijvoorbeeld het grootste pensioen verdelen en daarbij degene die het kleinste pensioen heeft (dat niet wordt verdeeld), de helft geven van het grootste ouderdomspensioen, min de helft van het bedrag van het eigen pensioen.

Een van de ex-partners overlijdt

Als één van de ex-partners overlijdt, verandert de situatie voor de ander. Overlijdt de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd, dan krijgt de overlevende ex-partner geen deel meer van het ouderdomspensioen. (Overlijdt iemand voor de pensioendatum, dan wordt er helemaal geen ouderdomspensioen uitgekeerd. En als diegene na de pensioendatum overlijdt, stopt de uitkering. Er valt dan dus niets (meer) te verdelen.) Meestal is er dan recht op een bijzonder nabestaandenpensioen. Overlijdt de ex-partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, dan krijgt de ander weer het volledige ouderdomspensioen.

Nota bene: Als er conversie heeft plaatsgevonden, verandert de situatie voor de ex-partner niet als de andere ex-partner overlijdt

 

Nabestaandenpensioen

In veel pensioenregelingen is er naast een aanspraak op ouderdomspensioen ook een aanspraak op nabestaandenpensioen. Het nabestaandenpensioen is een uitkering die de ene partner kan krijgen als de ander (die het ouderdomspensioen heeft opgebouwd) overlijdt. Het nabestaandenpensioen wordt meestal afgeleid van het ouderdomspensioen dat zou zijn bereikt bij pensionering van de partner.
Een volledig nabestaandenpensioen bedraagt vaak 5/7 deel of 70% van het volledige ouderdomspensioen.

Bijzonder nabestaandenpensioen

Het bijzonder nabestaandenpensioen is de uitkering die de ene ex-partner kan krijgen als de ander (die het ouderdomspensioen vóór de echtscheiding of beëindiging van het partnerschap heeft opgebouwd) overlijdt. Het bijzonder nabestaandenpensioen wordt niet meer afgeleid van het ouderdomspensioen dat bereikt kan worden bij pensionering. Bij de echtscheiding of beëindiging van het partnerschap wordt de verdere opbouw van het nabestaandenpensioen stopgezet. Bij een scheiding van tafel en bed wordt de opbouw van het nabestaandenpensioen pas stopgezet wanneer die scheiding van tafel en bed is gevolgd door ontbinding van het huwelijk. In geval van een scheiding van tafel en bed is dus voor de opbouw van het nabestaandenpensioen een andere datum relevant dan voor de verdeling van het ouderdomspensioen.

Standaardverdeling

In de wet is een standaardverdeling opgenomen. Daarbij krijgen u en uw ex-partner allebei de helft van het ouderdomspensioen dat tussen de huwelijks- of partnerschapssluiting en scheiding is opgebouwd. Het maakt niet uit of er sprake is van gemeenschap van goederen of huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden. Tenzij in de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of in het scheidingsconvenant uitdrukkelijk de toepasselijkheid van de wet is uitgesloten, of uitdrukkelijk staat dat er geen verdeling van ouderdomspensioen zal zijn bij scheiding. Zolang u en uw ex-partner in leven zijn, krijgt ieder na pensionering de helft van het huwelijks- of partnerschapsouderdomspensioen. Als degene die het ouderdomspensioen niet zèlf heeft opgebouwd overlijdt, krijgt de ander weer het volledige ouderdomspensioen.

Als degene die wèl zelf het ouderdomspensioen heeft opgebouwd overlijdt, verliest de ander eveneens het verevende deel van ouderdomspensioen, maar de ander kan vervolgens wel bijzonder nabestaandenpensioen krijgen

Andere verdeling

U kunt met uw ex-partner een andere verdeling van het ouderdomspensioen afspreken. U kunt bijvoorbeeld afspreken dat niet ieder de helft van het ouderdomspensioen krijgt, maar dat de verdeling bijvoorbeeld 60% voor de ene partner en 40% voor de andere partner wordt. Ook kunt u afspreken dat (een deel van) het ouderdomspensioen dat vóór het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd eveneens wordt verdeeld. Bijvoorbeeld het ouderdomspensioen dat is opgebouwd in de periode dat u ongetrouwd of ongeregistreerd samenwoonde.

Voorbeeld 1: Heer X en mevrouw Y zijn 34jaar getrouwd als zij in augustus 1995 gaan scheiden. Heer X is 59 jaar en mevrouw Y is 57 jaar. Tijdens het huwelijk heeft heer X 32 jaar gewerkt en al die tijd heeft hij pensioen opgebouwd.

Situatie A: Heer X en mevrouw Y zijn in gemeenschap van goederen getrouwd en er zijn geen afspraken gemaakt over de verdeling van het ouderdomspensioen.

Mevrouw Y heeft geen pensioenaanspraken opgebouwd. Mevrouw Y krijgt bij pensionering van heer X de helft van het ouderdomspensioen dat heer X tijdens het huwelijk heeft opgebouwd.

Heer X krijgt de andere helft plus het volledige pensioen dat hij na scheiding opbouwt. Mevrouw Y krijgt daar niets van.

Omdat er sprake is van de standaardverdeling hoeft maar één van de ex-partners het formulier te ondertekenen en op te sturen. Zij spreken af dat heer X het formulier ondertekent en naar zijn pensioenuitvoerder stuurt.

Situatie B: Heer X en mevrouw Y zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Heer X heeft weliswaar 32 jaar pensioen opgebouwd, maar hij heeft dat gedaan bij 9 verschillende pensioenuitvoerders. Omdat heer X niet veel verdiende, zijn bijna al die pensioentjes te klein om te worden verdeeld.

Mevrouw Y heeft eerst 3 jaar parttime gewerkt, daarna 17 jaar niet en de laatste 12 jaar fulltime. Mevrouw Y heeft 15 jaar pensioen opgebouwd op het moment van scheiding. Zij wil blijven werken tot haar pensionering.

Zij verdient veel meer dan haar ex-echtgenoot. Heer X en mevrouw Y spreken in een scheidingsconvenant af dat er geen verdeling van de pensioenen zal plaatsvinden. Heer X en mevrouw Y sturen géén formulier op.

Afspraken over een andere verdeling moeten zijn vastgelegd in de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of in het scheidingsconvenant. Als u een andere verdeling afspreekt, moet het formulier zowel door u als door uw ex-partner worden ondertekend. U moet verder een gewaarmerkte kopie of een gewaarmerkt uittreksel van de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of een gewaarmerkte kopie of een gewaarmerkt uittreksel van het scheidingsconvenant met het formulier meesturen naar de pensioenuitvoerder.

Conversie

Als u voor conversie kiest, kiest u ook voor een andere verdeling. Bij conversie (wat omzetting betekent) wordt het deel van het ouderdomspensioen van de andere ex-partner (die het pensioen heeft opgebouwd), samen met het bijzonder nabestaandenpensioen voorgoed omgezet in een eigen ouderdomspensioen. Dit is de ‘eigen aanspraak op ouderdomspensioen’ voor degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd.

De ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd, houdt na de conversie vanaf de pensionering het niet omgezette deel van het huwelijks- of partnerschapsouderdomspensioen. Na de conversie hebben beide ex-partners hun eigen ouderdomspensioen en maakt het voor geen van beiden uit, of de ander nog wel of niet meer in leven is.

Afspraken over conversie moeten zijn vastgelegd in de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of in het scheidingsconvenant. Als u voor conversie hebt gekozen, moet het formulier zowel door u als door uw ex-partner worden ondertekend.

U moet verder een gewaarmerkte kopie of een gewaarmerkt uittreksel van de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of een gewaarmerkte kopie of een gewaarmerkt uittreksel van het scheidingsconvenant met het formulier meesturen naar de pensioenuitvoerder.

Nota bene: Conversie is alleen mogelijk als de pensioenuitvoerder met uw verzoek instemt. Is uw verzoek door de pensioenuitvoerder geaccepteerd, dan is de conversie definitief en kan die niet meer worden teruggedraaid. Conversie is alleen mogelijk bij echtscheiding of beëindiging van geregistreerd partnerschap.

Verdeling bij conversie

Bij een standaardverdeling na conversie krijgt de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd na pensionering de helft van het huwelijks- of partnerschapsouderdomspensioen en de ander krijgt een ‘eigen aanspraak op ouderdomspensioen’.

Voorbeeld 2: Heer X en mevrouw Y zijn 15 jaar getrouwd als zij in juni 1995 gaan scheiden. Heer X is dan 38 jaar en mevrouw Y is 35 jaar. Tijdens het huwelijk heeft heer X 12 jaar pensioenopbouw en mevrouw Y 9 jaar, waarvan de eerste 5 jaar uit een parttime baan.

Situatie A: Heer X en mevrouw Y zijn op huwelijkse voorwaarden getrouwd, maar daarin staat niets over pensioenverdeling. Zij willen het pensioen van mevrouw Y niet verdelen. Daarom staat in het scheidingsconvenant dat alleen het pensioen van heer X wordt verdeeld. Over de percentages die beide ex-partners zullen krijgen, is in het scheidingsconvenant afgesproken dat heer X 65 % krijgt van het pensioen dat hij zelf heeft opgebouwd en mevrouw Y 35%. Dit melden beide ex-partners in het formulier, dat naar de pensioen uitvoerder van heer X wordt gestuurd.

Beide ex-partners ondertekenen het formulier. Zij sturen een door de advocaat gewaarmerkte kopie van het scheidingsconvenant mee. Zij sturen geen formulier naar de pensioenuitvoerder van mevrouw Y.

Situatie B: Heer X en mevrouw Y zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. De laatste jaren heeft mevrouw Y een heel goede baan en zij wil graag tot haar pensioen blijven werken. Datzelfde geldt voor heer X. Zij willen beide pensioenen verdelen en kiezen voor conversie met de standaardverdeling. Dit wordt in het scheidingsconvenant opgenomen.

Mevrouw Y krijgt de helft van het huwelijksouderdomspensioen van heer X, plus de waarde van het omgezette bijzonder nabestaandenpensioen dat hoort bij het ouderdomspensioen van heer X. Dit is haar ‘eigen aanspraak op ouderdomspensioen’. Heer X krijgt de helft van het huwelijksouderdomspensioen van mevrouw Y, plus de waarde van het omgezette bijzonder nabestaandenpensioen dat hoort bij het ouderdomspensioen van mevrouw Y. Dit is zijn ‘eigen aanspraak op ouderdomspensioen’. Zij sturen allebei een formulier naar de eigen pensioenuitvoerder. Beide formulieren worden door beide ex-partners ondertekend. Allebei sturen zij een door de advocaat gewaarmerkt afschrift van het scheidingsconvenant mee. De pensioenuitvoerders delen hen vervolgens mee dat zij instemmen met de gevraagde conversie.

Helft huwelijkse of partnerschapouderdomspensioen en ‘eigen aanspraak’

Bij een standaardverdeling na conversie is de ‘eigen aanspraak op ouderdomspensioen’ meer dan 50% van het ouderdomspensioen dat de andere ex-partner tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap heeft opgebouwd. Dit komt omdat de eigen aanspraak is verkregen uit de omzetting van de helft van het huwelijkse of partnerschapsouderdomspensioen en de omzetting van het gehele bijzonder nabestaandenpensioen.

Hoeveel meer dat is, hangt af van:

De pensioenuitvoerder gebruikt voor de berekening van de waarden van het ouderdomspensioen en het nabestaandenpensioen tabellen met de gemiddelde sterfte-leeftijden van mannen en vrouwen. In z’n algemeenheid kan niet worden gezegd of conversie voordelig is of niet. U kunt dat het beste door de pensioenuitvoerder laten berekenen.

U kunt echter ook een andere verdeling afspreken. U kunt afspreken dat u en uw ex-partner een verschillend percentage krijgen van het ouderdomspensioen, dat tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap is opgebouwd. Of dat een bepaalde periode vóór of ná het huwelijk of geregistreerd partnerschap, waarin ouderdomspensioen is opgebouwd, meetelt.

Gevolgen van conversie

Een gevolg van conversie is, dat de pensioenregeling van de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd, op dezelfde manier geldt voor de ander. In de pensioenregeling staat bijvoorbeeld of het pensioen in maandelijkse termijnen of in kwartaaltermijnen wordt uitbetaald. Dat geldt dan dus ook voor ‘de eigen aanspraak op ouderdomspensioen’ van de ex-partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd.

Conversie heeft voordelen en nadelen

Een voordeel voor beide ex-partners is, dat de band tussen hen definitief is verbroken. Degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, heeft een ‘eigen aanspraak op ouderdomspensioen’. Een nadeel van conversie voor de vereveningsgerechtigde is, dat zij of hij bij het overlijden van de ex-partner vóór de eigen pensioendatum, zonder enig inkomen van of via de ex-partner komt te zitten, want ook een eventuele alimentatie stopt. Zij of hij moet dan tot aan de eigen pensioendatum zèlf in het onderhoud kunnen voorzien. Een nadeel voor degene die het pensioen heeft opgebouwd, is dat hij of zij bij overlijden van de ex-partner niet meer het volledige ouderdomspensioen krijgt, maar steeds het eigen deel van het huwelijkse of partnerschapsouderdomspensioen.

Waarde-overdracht/voorkomen pensioenbreuk

In het verleden was het vaak zo, dat iemand die van baan veranderde daardoor een ‘pensioenbreuk’ opliep. Tegenwoordig komt het steeds meer voor dat iemand die van baan verandert, de waarde van het opgebouwde pensioen in de oude regeling meeneemt naar de nieuwe werkgever. De waarde van het pensioen in de oude pensioenregeling wordt dan ingebracht in de pensioenregeling bij de nieuwe werkgever. Sinds 8 juli 1994 is er een wettelijk recht op waarde-overdracht voor iemand die van baan verandert. Dit betekent dat de pensioenuitvoerder mee moet werken aan de waarde-overdracht, als degene die in de pensioenregeling heeft deelgenomen, vraagt het pensioen te mogen meenemen naar de nieuwe werkgever. Het voordeel van waarde-overdracht is, dat het totale pensioen door één pensioenuitvoerder wordt uitbetaald en dat pensioenbreuk meestal wordt voorkomen.

Indexering van ‘recht op uitbetaling’

Het deel van het ouderdomspensioen dat vanaf de pensioendatum moet worden uitbetaald aan de ex-partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, wordt het ‘recht op uitbetaling’ genoemd. De hoogte van dat recht op uitbetaling’ staat niet voor altijd vast. Het bedrag kan meegroeien met de algemene loonontwikkeling die van invloed is op het inkomen van de ex-partner, die het pensioen heeft opgebouwd. De werkgever van die ex-partner moet daarom bij bepaalde typen pensioenregelingen aan de pensioenuitvoerder doorgeven hoeveel het inkomen op basis van de loonontwikkeling is gestegen. Ook als iemand niet meer in dienst is bij de werkgever kan het toch zijn dat de pensioenaanspraak groeit, bijvoorbeeld doordat er toeslagen worden verleend om de pensioenaanspraken op peil te houden en inflatie te compenseren. Een stijging van het inkomen van degene die het pensioen opbouwt na de scheiding die het gevolg is van de carrière-ontwikkeling, bijvoorbeeld promotie, heeft geen invloed op het ‘recht van uitbetaling’.

Flexibele pensioendatum

Bij steeds meer pensioenregelingen bestaat voor de deelnemers de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen zelf te bepalen wanneer zij met pensioen willen gaan. Zo’n keuze heeft natuurlijk wel gevolgen voor de hoogte van het pensioen dat wordt uitbetaald.

Naarmate iemand eerder met pensioen gaat, zal het pensioen kleiner zijn. Het ‘recht op uitbetaling’ is steeds afhankelijk van de pensioendatum van de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd. Als die persoon kiest voor een vervroeging van de pensioendatum, krijgt de ex-partner ook eerder haar of zijn deel uitbetaald. Maar een vroegere pensioendatum heeft een lagere uitkering tot gevolg. Dus wordt ook het deel van de èx-partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, lager. Door conversie kan zo’n nadeel voor degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, worden voorkomen.

Als het pensioen ingaat voordat de 65-jarige leeftijd is bereikt, geldt er doorgaans een hoger belastingtarief (voor 65+-ers is het percentage premie volksverzekeringen in de eerste schijf ca. 18% lager). Bovendien wordt er bij de pensioenopbouw rekening mee gehouden dat er een AOW-uitkering wordt ontvangen als men 65 wordt (zgn. AOW-inbouw). Als het pensioen dus ingaat voor de 65-jarige leeftijd, zal het pensioen ook lager zijn als er niet een zgn. overbruggingspensioen is getroffen ter compensatie van de AOW-inbouw voor 65 jaar.

Pensioen Verdeling en alimentatie

Verdeling van het ouderdomspensioen en de alimentatie staan los van elkaar. Alimentatie heeft te maken met de behoefte van de ene ex-partner en de draagkracht van de andere ex-partner. Pensioenverdeling is in de wet geregeld omdat het pensioen dat tussen huwelijkssluiting of registratie van partnerschap en scheiding is opgebouwd, het resultaat is van de inspanning van beide ex-partners en het pensioen is bedoeld voor beide ex-partners. Als het verdeelde pensioen wordt uitbetaald terwijl er op dat moment ook alimentatie wordt betaald, is dat natuurlijk wel van invloed. Het beïnvloedt de behoefte van degene die alimentatie krijgt en de draagkracht van degene die alimentatie betaalt. Maar of uitbetaling van het verdeelde pensioen gevolgen zal hebben voor het doorlopen en/of de hoogte van de alimentatie, hangt af van de concrete omstandigheden van elk afzonderlijk geval (zie ook de brochure ‘Alimentatie’).

Vermindering alimentatie samen afspreken

Als de ex-partners het er met elkaar over eens zijn dat na de pensionering de alimentatie verminderd of zelfs op nul gesteld kan worden, hoeven zij daarover niet te procederen. De ex-partner die alimentatie ontvangt, kan de ander rechtsgeldig in een brief meedelen tot welk bedrag de alimentatie mag worden verminderd. Zodra zij of hij bericht heeft ontvangen van de pensioenuitvoerder van de ex-partner over de hoogte van het eigen pensioendeel en de datum van de eerste betaling, kan zij of hij daarvan uitgaan in de brief over de vermindering.

U hertrouwt met uw ex-echtgenoot (het reparatiehuwelijk)

Als u en uw ex-echtgenoot hertrouwen, herleven - zoals de wet zegt - alle gevolgen van het huwelijk. Er is dan ook geen reden meer voor pensioenverevening. Als u met uw ex-echtgenoot hertrouwt moet u dat wél schriftelijk melden bij de pensioenuitvoerder. Dat moet u ook doen als u zich na een scheiding van tafel en bed verzoent.

Mocht u na hertrouwen wederom besluiten tot scheiding over te gaan, dan kan het pensioen alsnog worden verdeeld. Voor de bepaling van het pensioen dat verdeeld wordt, wordt de pensioenopbouw in huwelijkse perioden bij elkaar opgeteld. Uiteraard moet u uw scheiding weer via het officiële formulier melden bij de pensioenuitvoerder.

U trouwt met iemand anders of gaat een geregistreerd partnerschap met iemand anders aan

Als u met iemand anders trouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat, heeft dat geen invloed op de verdeling van het pensioen. Uitgangspunt is namelijk dat het pensioen het resultaat is van de inspanningen tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap van beide ex-partners en is bedoeld voor beiden. Dit ligt dus heel anders dan bij alimentatie. Als degene die alimentatie ontvangt opnieuw trouwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen (alsof zij getrouwd waren of hun partnerschap hadden laten registreren), vervalt het recht op alimentatie voorgoed.

Als degene die alimentatie betaalt opnieuw trouwt, een geregistreerd partnerschap sluit of gaat samenwonen, heeft dat vaak gevolgen voor diens draagkracht. Het zou kunnen zijn dat zo iemand meer geld nodig heeft voor het nieuwe gezin en daarom aan de rechter vraagt om vermindering van de alimentatie.

Bij welke pensioenuitvoerder moet u zijn?

Als u en/of uw ex-partner tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap bij verschillende werkgevers hebben gewerkt, kan er bij verschillende pensioenuitvoerders ouderdomspensioen zijn opgebouwd. U moet dan naar elke pensioenuitvoerder een formulier sturen om uw scheiding te melden. Het kan zijn dat u niet (meer) weet naar welke pensioenuitvoerder(s) u uw formulier moet sturen. Dat kunt u navragen bij de werkgever waar gewerkt is. Bij deze ‘zoektocht’ moet u goed onthouden dat er een wettelijke informatieplicht bestaat. Dit betekent dat ex-partners, pensioenuitvoerders en werkgevers verplicht zijn elkaar die gegevens te verstrekken, die nodig zijn om de rechten en plichten met betrekking tot pensioenverevening vast te stellen. Mocht u desondanks niet achter de pensioenuitvoerder van uw ex-partner kunnen komen, bijvoorbeeld omdat het bedrijf van naam is veranderd, is samengegaan met een ander bedrijf of niet meer bestaat, dan is er toch een aantal mogelijkheden om informatie te krijgen. U kunt bij vroegere collega’s informeren. Ook kunt u navraag doen naar de werkgever bij de Kamer van Koophandel, bij vakorganisaties.

U betaalt kosten

De pensioenuitvoerder mag volgens de wet de kosten van het verdelen van het pensioen aan beide ex-partners in rekening brengen. De pensioenuitvoerder kan voor die kosten aparte rekeningen sturen, of kan die kosten in mindering brengen op de uit te betalen pensioenbedragen. De ex-partners moeten elk de helft van de kosten betalen. De hoogte van het bedrag is niet in de wet vastgelegd. Pensioenuitvoerders berekenen dan ook verschillende bedragen. Wilt u de precieze hoogte van het bedrag weten dan kunt u contact opnemen met de pensioenuitvoerder.

Wat gebeurt er nadat het formulier is ingestuurd?

Als de pensioenuitvoerder het formulier tijdig (binnen 2 jaar na scheiding) heeft ontvangen, wordt er eerst nagegaan of er gegevens of bijlagen ontbreken die nodig zijn. Als de wet toch niet op u van toepassing is, krijgt u dat te horen van de pensioenuitvoerder. Daarbij wordt vermeld waarom de wet niet op u van toepassing is.

Degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, krijgt na verloop van tijd (in de regel na ongeveer twee maanden) van de pensioenuitvoerder schriftelijk te horen welke aanspraak zij of hij heeft. Daarbij is vermeld wanneer de eerste betaling is. De andere ex-partner ontvangt een kopie van die brief.

Hoe worden de pensioenaanspraken berekend?

De pensioenuitvoerder gaat voor de berekening van de verdeling van het pensioen uit van het ouderdomspensioen dat tussen huwelijks- of partnerschapssluiting en scheiding is opgebouwd. Hiervoor gelden wettelijke regels. De pensioenopbouw is niet alle jaren even groot. Als iemand bijvoorbeeld 15 jaar pensioen heeft opgebouwd, waarvan 10 jaar tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap, is het niet automatisch zo, dat 10 /15 deel van het pensioen wordt verdeeld.

Verder is de wijze waarop bij de berekening van het ouderdomspensioen rekening wordt gehouden met het AOW-pensioen (franchise) niet bij elke pensioenregeling hetzelfde. Het is daarom heel moeilijk om zelf te berekenen hoe groot de gedeelde pensioenaanspraken zijn. U kunt dat het beste laten berekenen door de pensioenuitvoerder.

Uitbetaling pensioendelen en fiscale gevolgen

Enkele maanden voordat de betalingen beginnen, vraagt de pensioenuitvoerder zowel aan u als aan uw ex-partner op welke rekeningen u de betalingen wilt ontvangen. De pensioenuitvoerder zal u ook vragen in welke belasting-tariefgroep u zit of wilt worden ingedeeld. De wet geeft geen recht op pensioenuitbetaling door de pensioenuitvoerder met terugwerkende kracht. Degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, krijgt vanaf één maand na de melding uitbetaald.

Netto: De pensioenuitvoerder betaalt aan beide ex-partners de pensioendelen netto uit. Premies en belasting zijn al ingehouden. U krijgt aan het eind van het jaar van de pensioenuitvoerder een overzicht van wat u dat jaar aan bruto ouderdomspensioen hebt genoten, plus wat er is ingehouden aan premies en loonbelasting. Pensioenverdeling heeft voor de ex-partners in principe geen fiscale gevolgen, tenzij u en uw ex-partner door de verdeling van het pensioen in een andere (belasting) schijf komen.

Uitbetaling pensioendelen en ziektekostenverzekering

De verdeling van een ouderdomspensioen volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding kan gevolgen hebben voor de ziektekostenverzekering. Het deel van het pensioen dat door de pensioenuitvoerder aan de ex-partner die het pensioen niet heeft opgebouwd wordt uitbetaald, wordt tot het inkomen gerekend. Het gevolg is dat het inkomen van de ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd daalt en het inkomen van de ex-partner die het pensioen niet heeft opgebouwd, stijgt. Dit kan betekenen dat uw inkomen in tegenstelling tot voor de pensioenverevening onder of juist boven de ziekenfondsgrens uitkomt en dat u zich dienovereenkomstig moet verzekeren. Als de pensioenverevening niet via de pensioenuitvoerder plaatsvindt, maar u wel afspraken met elkaar hebt over betaling van een deel van het pensioen ligt dit anders. Deze betalingen zijn zogeheten persoonlijke verplichtingen en hebben geen gevolgen voor de vraag of u al dan niet ziekenfondsverzekerd wordt.

De pensioenuitvoerder betaalt niet uit

In de volgende gevallen betaalt de pensioenuitvoerder niet uit aan degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd.

  1. Als het formulier niet op tijd door de pensioenuitvoerder is ontvangen (binnen twee jaar na de scheiding).
  2. Als u de toepasselijkheid van de wet hebt uitgesloten in de huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden of in het scheidingsconvenant.
  3. Als de pensioenuitvoerder niet in Nederland is gevestigd.

Als het formulier niet op tijd door de pensioenuitvoerder is ontvangen, vervalt het rechtstreekse recht op uitbetaling door de pensioenuitvoerder aan degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd. Op grond van de wet behoudt de ex-partner echter wel recht op een deel van het ouderdomspensioen. De ex-partner die het pensioen heeft opgebouwd, zal dan aan de ander haar of zijn deel moeten uitbetalen. Kiest u ervoor om de wet niet van toepassing te verklaren en een afwijkende pensioenverdeling overeen te komen, dan zal ook in dat geval de ene ex-partner zelfde andere ex-partner moeten uitbetalen.

Nota bene: De pensioenuitvoerder betaalt ook niet uit aan degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, als het bedrag Euro 332,29 bruto per jaar of minder is (per 1 januari 2002). In dat geval vindt er namelijk geen verdeling van het ouderdomspensioen plaats.
Degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, heeft dan geen recht op een deel van het ouderdomspensioen.

Premies en belasting

Als niét de pensioenuitvoerder, maar de ene ex-partner aan de ander een deel van het ouderdomspensioen uitbetaalt, zal hij of zij geen premies en loonbelasting inhouden van de ander. Wel kan hij of zij zèlf de uitbetaalde bedragen in mindering brengen op het belastbaar jaarinkomen, dat jaarlijks aan de Belastingdienst wordt opgegeven. De ex-partner die het pensioendeel betaalt, kan al gedurende het jaar rekening laten houden met de aftrekbare doorbetalingen van een pensioendeel. Het is namelijk mogelijk een voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen te krijgen. Het daarvoor benodigde aanvraagformulier kan hij of zij aanvragen bij de Belastingdienst in de eigen woonplaats of regio. Daarna volgt altijd een aanslag inkomstenbelasting van de Belastingdienst. De ex-partner die het pensioendeel ontvangt, moet achteraf inkomstenbelasting en premies betalen aan de Belastingdienst. Hiervoor krijgt zij of hij een aanslag inkomstenbelasting. Als er geen voorlopige aanslag over het doorbetaalde pensioendeel wordt opgelegd, moet zij of hij er rekening mee houden dat achteraf een behoorlijk bedrag aan inkomstenbelasting en premies zal moeten worden betaald.

U bent het niet eens met de verdeling

Als u met de pensioenuitvoerder een verschil van mening hebt over de verdeling van het pensioen en u komt er met de pensioenuitvoerder niet uit, dan kunt u naar de kantonrechter gaan. Voordat u naar de rechter gaat, kunt u eerst proberen via een eventuele klacht-, bezwaar- of beroepsregeling van de pensioenuitvoerder tot een oplossing te komen. Wanneer dat niet mogelijk is of u bent het niet eens met de uitkomst van die procedure, kunt u zich tot de kantonrechter wenden. Voor zo’n procedure is een advocaat niet verplicht. Maar het is wel verstandig om juridisch advies te vragen, voordat u de procedure begint.

Hebt u over de verdeling van het pensioen een verschil van mening met uw ex-partner en u komt er samen niet uit, dan kunt u naar de rechter bij de arrondissementsrechtbank gaan. U moet daarvoor een advocaat inschakelen.

Internationaal

Vreemde nationaliteit en verblijf in buitenland

Als u of uw ex-partner niet de Nederlandse nationaliteit heeft, kan het zijn dat de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’ niet voor u geldt. Dat kan ook het geval zijn als u tijdens uw huwelijk of geregistreerd partnerschap een tijd in het buitenland hebt gewoond of gewerkt.

Of de wet in dat geval op u van toepassing is, wordt bepaald door regels van internationaal privaatrecht. Ieder land heeft zijn eigen regels van internationaal privaatrecht. Zo zijn de regels van het Nederlandse internationaal privaatrecht anders dan die van bijvoorbeeld het Duitse internationaal privaatrecht. In Nederland worden de regels van Nederlands internationaal privaatrecht toegepast. Deze regels houden het volgende in:

  1. pensioenrechten, opgebouwd ingevolge een Nederlandse pensioenregeling, komen steeds voor verevening in aanmerking overeenkomstig de Nederlandse wet. Niet van belang is hierbij welk recht het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten beheerst;
  2. pensioenrechten, opgebouwd ingevolge een buitenlandse pensioenregeling, komen ook in aanmerking voor verevening overeenkomstig de Nederlandse wet, maar alleen indien
  3. Nederlands recht het huwelijksvermogensregime beheerst;
  4. als buitenlands recht van toepassing is op het huwelijksvermogensregime van de echtgenoten, komen eventuele ingevolge een buitenlandse pensioenregeling opgebouwde pensioenrechten alleen voor verevening in aanmerking als dat buitenlandse recht daarin voorziet.

De wettelijke regels zijn van toepassing op scheidingen die op of nà 1 maart 2001 tot stand zijn gekomen. In geval van een scheiding die vóór die datum tot stand is gekomen, bepalen de instanties belast met de uitvoering van de pensioenregeling, of eventueel de rechter, of er in een internationaal geval aanspraak is op verevening van pensioenrechten. Voor inlichtingen hierover kunt u zich wenden tot de betrokken pensioenuitvoerder.

In de brochure ‘Huwelijksvermogensrecht en het Haags verdrag’ link kunt u lezen of het Nederlandse recht of het recht van een ander land van toepassing is op uw huwelijksvermogensregime. Op pagina 28 staat hoe u deze brochure kunt bestellen.

Buitenlandse pensioenregeling

Als u recht heeft op verevening van pensioenrechten die zijn opgebouwd ingevolge een Nederlandse pensioenregeling (regel a.), heeft u recht op rechtstreekse uitbetaling van uw deel door de pensioenuitvoerder aan uzelf. Bij de verdeling van pensioenrechten die zijn opgebouwd ingevolge een buitenlandse pensioenregeling (regel b. of c.) is dat niet altijd het geval. Over de vraag of u recht heeft op rechtstreekse uitbetaling door de buitenlandse pensioenuitvoerder, zal de betreffende buitenlandse pensioenuitvoerder u kunnen informeren. Als u geen recht heeft op rechtstreekse uitbetaling, zal de ex-partner die het ouderdomspensioen heeft opgebouwd zelf aan u uw deel moeten uitbetalen.

Scheidingen vóór 1 mei 1995

Scheidingen tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995

Bent u tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995 gescheiden en heeft de deling van de boedel (na een scheiding) na 27 november 1981 plaatsgevonden, dan valt u niet onder de regeling van de ‘Wet verevening pensioenrechten bij scheiding’, maar onder de regeling in het arrest van de Hoge Raad van 27 november1981.

De regels die de Hoge Raad in het pensioenarrest heeft gegeven komen in het kort op het volgende neer. Onder bepaalde voorwaarden vallen de waarde van een deel van het ouderdomspensioen en de waarde van een deel van het bijzonder nabestaandenpensioen in de gemeenschap. Als het huwelijk eindigt en aan die voorwaarden is voldaan, moet bij de scheiding en deling van de gemeenschap het totaal van beide waarden tussen de ex-partners worden verdeeld. Omdat de waarde van het ouderdomspensioen hoger is dan de waarde van het bijzonder weduwenpensioen, moet de man de helft van het verschil aan de vrouw uitbetalen.

Dat kan meteen gebeuren, al dan niet contant, of later als het pensioen ingaat, bijvoorbeeld in een percentage van het pensioen.

De waarden van de pensioenen zijn vrijwel altijd berekend aan de hand van tabellen met de gemiddelde sterfteleeftijden van mannen en vrouwen, zoals die worden gebruikt door pensioenuitvoerders en levensverzekeraars. Tegenwoordig worden ook wel sexe-neutrale sterftetabellen gebruikt.

De regels die de Hoge Raad heeft gegeven, waren voor de praktijk niet altijd even gemakkelijk. Vandaar dat bij scheiding nogal eens de waarden van de pensioenen onverdeeld zijn gebleven. En als er al werd verdeeld, werd het vaak niet gedaan op de manier die de Hoge Raad in het pensioenarrest heeft aangegeven. Zijn de pensioenaanspraken niet (helemaal) verdeeld, dan zou in een aantal gevallen het pensioen alsnog gescheiden en gedeeld kunnen worden. Bijvoorbeeld door degene die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd een percentage te geven.

In welke gevallen

Hoe weet u nu of bij pensionering van de ene ex-partner de ander nog aanspraak kan maken op een deel van het ouderdomspensioen. Daarvoor moet u de volgende drie vragen beantwoorden.

  1. Was er op het moment van scheiding ouderdomspensioen opgebouwd? (Alleen de waarde van het ouderdomspensioen dat toen aanwezig was, komt in aanmerking om te worden verdeeld. Later opgebouwd pensioen telt niet mee.)
  2. Viel de waarde van het ouderdomspensioen in enige gemeenschap van goederen? (Als u getrouwd was in koude uitsluiting, dat wil zeggen buiten iedere gemeenschap van goederen, hebt u geen aanspraak.)
  3. Is er bij de scheiding en deling van de pensioenwaarden volledig rekening gehouden met het pensioenarrest van de Hoge Raad?

Beantwoordt u de eerste twee vragen met ‘ja’ en de derde vraag met ‘nee’, dan zal er in beginsel alsnog een scheiding en deling van de pensioenwaarden moeten plaatsvinden.

Alleen in zeer uitzonderlijke gevallen is het denkbaar dat de ene partner geen aanspraak kan maken op een deel van het pensioen van de andere partner. Als er alsnog gescheiden en gedeeld wordt, kan dat direct gebeuren maar ook als het pensioen wordt uitgekeerd.

Wilt u meer weten over de verdeling van pensioen bij een scheiding tussen 27 november 1981 en 1 mei 1995, dan kunt u het beste contact opnemen met een gespecialiseerde advocaat. Namen en adressen van de laatsten zijn te achterhalen via de Vereniging voor Personen- en Familierecht Advocaten (zie adres achterin deze brochure). Zij zijn het beste in staat de bijzondere omstandigheden per geval te beoordelen. Een advocaat brengt kosten in rekening.

Scheidingen vóór 27 november 1981

Voor scheidingenvóór 27 november 1981 is een overgangsbepaling in de wet opgenomen. Onder bepaalde voorwaarden had de ene ex-echtgenoot recht op 25% van het ouderdomspensioen dat de andere ex-echtgenoot tussen de huwelijkssluiting en de scheiding had opgebouwd. Deze overgangsbepaling gold tot 1 mei 1997. U kunt hierop dus geen aanspraak meer maken.

Veel gestelde vragen

Betekent zogenoemde ‘koude uitsluiting’ dat er geen pensioenverdeling plaatsvindt?

Over het algemeen wordt in Nederland getrouwd in gemeenschap van goederen. Dit betekent dat alle goederen van beide partners zijn. Door het opstellen van huwelijkse voorwaarden kunnen bepaalde goederen van de gemeenschap worden uitgesloten. In geval van een geregistreerd partnerschap kan dit bij partnerschapsvoorwaarden gebeuren. Als elke vorm van gemeenschap van goederen wordt uitgesloten, wordt dit ‘koude uitsluiting’ genoemd. Voor de vraag of dat betekent dat een verdeling van pensioen is uitgesloten, is van belang wanneer u gescheiden bent.

Zijn ex-partners verplicht na scheiding het ouderdomspensioen te verdelen?

U bent niet verplicht uw pensioen volgens de wet met uw ex-partner te delen. U kunt samen besluiten niet tot verdeling van het pensioen over te gaan. Tevens hoeft u uw scheiding niet via het daarvoor bestemde formulier bij de pensioenuitvoerder te melden. U heeft kunnen lezen dat u de toepasselijkheid van de wet kunt uitsluiten. Naar aanleiding daarvan treft u hieronder concrete voorbeelden aan.

In welke periode is de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding wel en in welke niet van toepassing?

De wet is van toepassing indien:

Niet de wet is van toepassing, maar de regeling van het arrest van 27 november 1981 als aan de volgende twee voorwaarden voldaan is:

Woordenlijst

Andere brochures en adressen

Over de volgende onderwerpen zijn aparte brochures verkrijgbaar

Meer folders over echtscheiding en huwelijk vindt u hier

Informatie

Meer folders over rechtshulp vindt u hier:

Bij de Belastingtelefoon kunt u de volgende brochure aanvragen:

- Echtscheiding 1995
Het nummer voor particulieren is 0800-0543 (gratis)
Het nummer voor ondernemers is 0800-0443 (gratis)
Vereniging voor Personen- en Familierechtadvocaten (VPFA)
Postbus 65707
2506 EA Den Haag
Telefoon 070 - 4271263
www.vpfa.nl
Vereniging van Advocaat- en Scheidingsbemiddelaars (VAS)
Postbus 65707
2506EA Den Haag
Telefoon 070 - 362 6215

Hebt u vragen of wilt u meer informatie

Voor algemene informatie en het aanvragen van brochures, kunt u contact opnemen met de telefonische informatielijn van de gezamenlijke ministeries:

Postbus 51 Infolijn
Telefoon 0800-8051 (gratis)
Openingstijden zijn maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 21.00 uur
Internet: http://www.postbus51.nl
E-mail: vragen@postbus51.nl

U kunt ook contact opnemen met:

Ministerie van Justitie
Directie Voorlichting, Afdeling in- en externe communicatie
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
Telefoon 070-370 68 50
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 09.00 uur tot 15.00 uur
Internet: www.justitie.nl
E-mail: voorlichting@minjus.nl

Aan de inhoud van deze brochure kunt u geen rechten ontlenen.


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen