Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl
Nieuwsbrief 16, augustus 1999
Crediteur in faillisementen; een onzekere positie De grootste angst voor een crediteur is dat een debiteur failliet gaat. Wat moet een crediteur doen op het moment dat hij kennis neemt van het faillissement van een debiteur. Moet hij zijn vordering indienen en wat er gebeurt er vervolgens? Het faillissement is te beschouwen als een algemeen gerechtelijk beslag op de bezittingen van de gefailleerde dat effectief is vanaf 00.00 uur van de dag waarop het faillissement is uitgesproken. De taak van de curator is het afwikkelen van lopende verplichtingen en het te gelde maken van bezittingen ten behoeve van de crediteuren. Met na-me in de eerste dagen is de curator veelal bezig noodverbanden aan te brengen om kosten te besparen en bezittingen te verkopen. Indienen vordering en opvragen informatie Zoals gesteld gaat de faillissementswet uit van de fictie dat het faillissement bekend is vanaf de dag (00.00 uur) van het uitspreken ervan. |
De meeste crediteuren vernemen echter van het faillissement doordat zij in reactie op een aanmaning die zij aan een debiteur verzenden een kort briefje ontvangen van een curator. Na dit ontvangstbevestigingsbriefje komt meestal de grote stilte. De curator is doende met de afwikkeling en zal de crediteuren normaliter tussentijds niet nader informeren. Crediteuren willen vanzelfsprekend op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid omtrent de kansen op een uitkering, terwijl de curator lopende het faillissement niet altijd een goede inschatting kan geven en een faillissement vaak langere tijd (soms jaren) kan slepen. Crediteuren kunnen tussentijds informatie verkrijgen via het driemaandelijkse openbare faillissementsverslag dat de curator op de griffie van de rechtbank waar het faillissement is uitgesproken moet deponeren. Het verslag is gratis in te zien en kopieën zijn verkrijgbaar, zij het niet bij alle rechtbanken gratis. In de meeste gevallen (ongeveer 95%) blijft er na de afwikkeling niets over voor de gewone crediteuren. Toch heeft het zin een vordering in te dienen. Met de (slot)brief van de curator waarin is opgenomen dat er geen uitkering is gedaan, kan de crediteur de afgedragen BTW terugvorderen van de fiscus. |
Geschillenregeling voor conflicten tussen aandeelhouders Aandeelhouders in een B.V. kunnen onderling behoorlijk ruzie maken. Met name in situaties waarin de aandelen gelijkelijk over twee aandeelhouders zijn verdeeld, zullen de stemmen in conflictsituaties al gauw staken, hetgeen ten koste kan gaan van de vennootschap. De wettelijke geschillenregeling beoogt een uitkomst te bieden voor conflicten tussen aandeelhouders. De gedachte achter de geschillenregeling is dat ruziënde aandeelhouders, die hun conflict niet kunnen oplossen, uit elkaar moeten kunnen. De geschillenregeling biedt daartoe twee mogelijkheden. Zo is het mogelijk dat één van de aandeelhouders de andere partij kan dwingen zijn aandelen aan hem over te dragen (ook wel uitstoting genoemd) of juist de aandelen van de eiser over te nemen (gedwongen uittreding). Dergelijke vorderingen moeten bij de rechtbank worden ingesteld. De rechter zal deskundigen, zoals een onafhankelijke accountant, benoemen die de waarde van de aandelen bepalen. Partijen zijn dan verplicht om de aandelen tegen de vastgestelde prijs te leveren en te aanvaarden. |
Kort geding voor noodgevallen De procedure bij de rechtbank neemt enige tijd in beslag; soms te veel tijd. In noodgevallen blijkt een kort geding een oplossing te bieden. Dat bleek bijvoorbeeld in een nijpende situatie waarin een B.V. met twee aandeelhouders verkeerde. De B.V. stond aan de rand van het faillissement toen één van beiden een externe financier bereid had gevonden om te investeren in de B.V.. Deze geldschieter stelde als voorwaarde dat de andere aandeelhouder zou opstappen. Die andere aandeelhouder weigerde echter zijn aandelen van de hand te doen, waarna in kort geding gedwongen overdracht van de aandelen werd gevorderd. De rechter wees de vordering toe, vooral omdat bij achterwege blijven van de uitstoting het faillissement van de vennootschap onvermijdelijk zou zijn. De rechter stelde dus het belang van de vennootschap voorop. Opmerkelijk was dat de weigerachtige aandeelhouder gedwongen werd zijn aandelen in te leveren zonder dat hij daarvoor een vergoeding ontving. De rechter vond de waarde van de aandelen kennelijk nihil. De uitgestoten aandeelhouder moest vervolgens via de deskundige-procedure als omschreven in de statuten maar proberen alsnog een koopsom in de wacht te slepen. terug |
Contractswisseling en overgang van onderneming Onder ?overgang van onderneming? wordt volgens de wet verstaan: ?overgang van een onderneming of een onderdeel daarvan ten gevolge van een overeen-komst, in bijzonderheid een overeenkomst tot verkoop, verhuur, verpachting of uitgifte in vruchtgebruik?. Belangrijk gevolg is dat de rechten en verplichtingen van werknemers van rechtswege overgaan van vervreemder op verkrijger. De wettelijke regeling is gebaseerd op een Richtlijn van de Europese Unie. De hoogste rechter die beslist over de uitleg van de Richtlijn is het Hof van Justitie (HvJ). In een aantal uitspraken heeft het HvJ de Richtlijn in de praktijk toegepast. Zo werd beslist dat er geen directe overeenkomst behoeft te bestaan tussen vervreemder en verkrijger, maar dat de overgang ook indirect, bijvoorbeeld via een gemeenschappelijke opdrachtgever, geregeld kan worden. In het zogenaamde Redmond-arrest besloot de overheid de subsidiëring van een rechtspersoon te beëindigen met het gevolg dat deze rechtspersoon haar activiteiten volledig en definitief moest staken. Vervolgens werd de subsidie overgedragen aan een andere rechtspersoon met een soortgelijke doelstelling. Hier werd ?overgang van onderneming? aangenomen. Contractswisseling |
In het Süzen-arrest heeft het HvJ geoordeeld dat niet reeds op grond van de omstandigheid dat de vorige en de nieuwe opdracht-nemer vergelijkbare diensten verrichten, kan worden geconcludeerd dat er sprake is van overdracht van onderneming. Voor de thuiszorg werd dit kort geleden herhaald in de Hidalgo-uitspraak. Maar het HvJ geeft daarbij een belangrijke nuancering. Voorzover in bepaalde sectoren, waarin de arbeidskrachten de voornaamste factor zijn bij de activiteit, een groep werknemers die duurzaam een gemeenschappelijke activiteit verricht een economische eenheid kan vormen, kan een dergelijke eenheid haar identiteit ook na de overdracht behouden wanneer de nieuwe ondernemer niet alleen de betrokken activiteit voortzet, maar ook een wezenlijk deel - qua aantal en deskundigheid - van het personeel dat zijn voorganger speciaal voor die taak had ingezet overneemt. In dat geval verwerft de nieuwe ondernemer namelijk het georganiseerde geheel van elementen waarmee de activiteiten of bepaalde activiteiten van de overdragende onderneming duurzaam kunnen worden voortgezet. Conclusie |
Smartengeld en kosten wegens hulp en verzorging Indien er na een ongeval of medische fout sprake is van blijvend letsel wordt veelal eerst gedacht aan smartengeld. Ruwweg kan worden gesteld dat vandaag de dag in zeer ernstige gevallen maximaal f 250.000,- in de vorm van smartengeld wordt uitgekeerd. In de meeste gevallen ligt dit bedrag echter beneden f 100.000,- en zelfs beneden f 50.000,-. Een andere schadepost die in geld veelal aan-zienlijk hoger uitkomt, is die van de kosten wegens hulp en ver-zorging en huishoudelijke hulp. Wanneer iemand voor een ongeval grotendeels zelf het huishouden deed en dat daarna niet meer kan, moet dat opgelost worden. |
.Een huisvrouw met twee kinderen van jonger dan
tien jaar en een parttime baan van twaalf uur is gemiddeld vijftig uur per week aan de
verzorging en opvoeding van de kinderen en het huishouden kwijt. Indien deze huisvrouw ten
tijde van het ongeval dertig jaar oud is en tot aan haar overlijdensdatum gemiddeld
twintig uur per week hulp nodig zal hebben gedurende 46 weken per jaar, betekent dit
jaarlijks 920 uur hulp. Uitgaande van een hulp van f 15,- en gekapita-liseerd met een
rekenrente van 3% komt dit neer op een bedrag van f 230.000,-. Wordt de hulp echter wit en
op professionele basis ingehuurd, dan bedraagt de gekapitaliseerde schade bijna f
820.000,-. De stelling dat familie en vrienden de hulp dan maar moeten leveren of dat verplicht gebruik moet worden gemaakt van de gesubsidieerde en dus goedkopere thuiszorg, wordt niet door de rechtspraak onderschreven. U mag zelf betere en dus ook duurdere hulp inroepen. terug |
Wat moet op briefpapier en facturen van een onderneming worden vermeld? Briefpapier en facturen bevatten vaak belangrijke informatie. Er zijn dan ook allerlei regels op grond waarvan die informatie vermeld moet worden. Handig om te weten als u nieuw briefpapier moet laten drukken. Op het briefpapier van een onderneming dient het dossiernummer van de inschrijving bij de Kamer van Koophandel (KvK-nummer) te worden opgenomen met vermelding van de Kamer van Koophandel waar de onderneming staat ingeschreven. Deze gegevens moeten ook worden vermeld op orders, facturen en offertes. Het KvK-nummer is een uniek achtcijferig dossiernummer dat ?levenslang? aan de onderneming gekoppeld blijft. Extra voorschrift voor B.V. en N.V. Voor de besloten vennootschap (B.V.) en de naamloze vennootschap (N.V.) geldt nog een extra regel. Vermeld moet worden de volledige naam van de vennootschap (dat is de officiële naam zoals in de statuten vermeld) en haar woonplaats (de statutaire zetel). Dit moet worden vermeld op alle uitgaande geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen met uitzondering van reclame-uitingen, telegrammen en dergelijke. Regels voor facturen Speciale regels zijn er voor de inrichting van facturen. Om aan de eisen van de fiscus te voldoen moet de factuur voorzien zijn van: |
Algemene voorwaarden Als u algemene voorwaarden hanteert en u wilt dat deze van toepassing zijn op een overeenkomst, dan stelt de wet dat de wederpartij een redelijke mogelijkheid moet worden geboden om kennis te nemen van deze algemene voorwaarden. Dit betekent dat u voor of tijdens het sluiten van de overeenkomst de tekst van de voorwaarden moet uitreiken aan de wederpartij of bekend moet maken waar deze ter inzage liggen. Een enkele verwijzing op uw briefpapier naar algemene voorwaarden (bijvoorbeeld dat deze zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel) is niet voldoende. Het is raadzaam om de volledige tekst van de voorwaarden op de achterzijde van uw briefpapier of offertes te drukken of anders de tekst als bijlage mee te sturen. |
Wat is venture capital? Venture capital is risicodragend kapitaal dat veelal wordt verstrekt door participatiemaatschappijen in een situatie dat een lening bij de bank niet mogelijk is, doordat bijvoorbeeld geen (voldoende) zekerheden kunnen worden verstrekt. Gedacht kan worden aan financiering van startende ondernemers of de financiering van een management buy-out. Hierbij kan een aantal specifieke juridische aspecten een rol spelen. Participatiemaatschappijen willen in ruil voor de te verstrekken financiering in de regel aandelen verkrijgen in de vennootschap, maar vaak wordt ook een deel van het geld in de vorm van een achtergestelde lening gegeven. Naast geld beschikken participatiemaatschap-pijen vaak over een voor de ondernemer interessant netwerk, wat goed van pas kan komen bij het uitbreiden van de activiteiten. Het management moet er voor zorgen dat de onderneming waarin de participatiemaat-schappij investeert een succes wordt. Vandaar dat het gebruikelijk is dat er afspraken worden gemaakt tussen de participatiemaat-schappij en het management die voordelig kunnen uitpakken voor het management mits de onderneming zich in de gewenste richting ontwikkelt. Is dat het geval, dan willen participatiemaatschappijen op termijn ook graag hun investering te gelde maken, bijvoorbeeld door middel van verkoop van de gehele onderneming aan een derde of door een beursgang. |
Specifieke afspraken Bij een gewone overname van een bedrijf beperken de afspraken tussen partijen zich vaak tot de overname zelf. Bij een venture capital-transactie worden er juist met het oog op het te gelde maken van de investering in de toekomst (de zogenaamde ?exit?) vaak specifieke afspraken gemaakt. Te denken valt hierbij aan het recht van de participatiemaatschappij om notering van de vennootschap aan de beurs te verzoeken. Een andere gebruikelijke afspraak ziet op het recht van de participatiemaatschappij om de aandelen mee te mogen verkopen indien een mede-aandeelhouder de door hem gehouden aandelen wil verkopen (het zogenaamde ?meeverkooprecht?). Net weer anders is het zogenaamde ?drag-alone-recht?, waarbij de andere aandeelhouders eveneens hun aandelen te koop moeten aanbieden indien de participa-tiemaatschappij haar aandelen wenst te vervreemden. Bij het verzilveren van de investering kunnen soms spectaculaire winsten worden behaald waarbij het geïnvesteerde bedrag vele malen wordt terugverdiend. Gaan de zaken minder dan verwacht, dan kan dit in het slechtste geval leiden tot een faillissement en is de participatiemaatschappij zijn geld kwijt. Vandaar de benaming ?venture capital?.terug |
Huurprijsvermindering wegens werkzaamheden aan het gehuurde Mag de huurder zijn huurbetalingen opschorten indien hij wegens werkzaamheden door de verhuurder aan het gehuurde pand geen of minder huurgenot heeft? Volgens het Burgerlijk Wetboek heeft de huurder recht op evenredige vermindering van de huurprijs indien dringende reparaties aan het gehuurde pand meer dan veertig dagen duren. In een concreet geval werd de gevel van een verhuurd pand onder handen genomen. Gedurende een aantal weken worden er steigers geplaatst en worden er netten voor de gevel gehangen. Een lichtreclame-exploitant heeft deze gevel, inclusief een rondgebouwd dakhuis, gehuurd voor het plaatsen van dergelijke reclame. Opschorting huurbetalingen Als gevolg van de plaatsing van de steigers en de netten is een op het dak geplaatste lichtreclame niet of nauwelijks te zien. De huurder stelt dat hij als gevolg hiervan wel betaalt voor hetgeen gehuurd is maar er feitelijk geen of minder huurgenot door heeft. |
De huurovereenkomst is immers gesloten in verband met de plaatsing van deze reclame. De huurder schort zijn huurbetalingen op met een beroep op een wettelijke regel: als dringende reparaties aan het gehuurde pand meer dan veertig dagen duren, zo staat in het Burgerlijk Wetboek, heeft de huurder recht op evenredige vermindering van de huurprijs. Oordeel kantonrechter Uiteindelijk kwam de zaak bij de kantonrechter terecht. Deze oordeelde dat de huurprijs in het geheel niet verschuldigd was in de periode (minus de wettelijke veertig dagen) dat de steigers en de netten vrijwel het gehele gezicht op de lichtreclame ontnamen. Voorts werd de huurprijs met 40% verminderd voor de periode dat alleen de steigers er nog stonden en het zicht in geringe mate beperkt was. Aldus paste de kantonrechter een wettelijke regel toe waarop in de praktijk slechts zelden een beroep wordt gedaan, hetgeen grote financiële gevolgen had voor beide partijen. terug |
Aan dit nummer werkten mee:
mw. mr V.C. Kloppers, advocaat te Leiden,
mw. mr I.G. ter Laan, KvK te Amsterdam,
mr W.P.M. Mulder, advocaat te Alphen aan den Rijn,
mr J.S. Pen, advocaat te Amsterdam,
mr M.J. Resink, advocaat te Amsterdam,
<>mr P. Sieswerda, advocaat te Leeuwarden,
Prof. mr G.M.F. Snijders, advocaat te Utrecht.