Ga naar de vernieuwde website van Advocaten.nl

 

Nieuwsbrief  22, januari 2001

Inhoud

andere nieuwsbrieven

Nieuwsbrief december 2002
Nieuwsbrief september 2002
Nieuwsbrief juli 2002
Nieuwsbrief mei 2002
Nieuwsbrief december 2001
Nieuwsbrief januari 2001
Nieuwsbrief november 2000
Nieuwsbrief augustus 2000
Nieuwsbrief mei 2000
Nieuwsbrief februari 2000
Nieuwsbrief november 1999
Nieuwsbrief augustus 1999
Nieuwsbrief mei 1999
Nieuwsbrief juli 1998
Nieuwsbrief april 1998
Nieuwsbrief december 1997
Nieuwsbrief oktober 1997
Nieuwsbrief juli 1997
Nieuwsbrief april 1997
Nieuwsbrief december 1996
Nieuwsbrief november 1996
Nieuwsbrief juli 1996
Nieuwsbrief april 1996
Nieuwsbrief december 1995
Nieuwsbrief oktober 1995
Nieuwsbrief juli 1995

 


Mag werkgever Internet-gebruik door werknemers controleren?

Een bureau zonder computer is al een uitzondering. Langzamerhand wordt de computer zonder Internet-aansluiting ook een zeldzaamheid. Met Internet opent zich een wereld van vermaak onder werktijd van soms dubieuze aard. Vaak lopen werknemers tegen de lamp doordat de telefoonrekening 0900-nummers vermeld. Het is zaak om deze factuur en (met behulp van de systeembeheerder) het surfge-drag in de gaten te houden.

Op verzoek van werkgevers heeft de Registratiekamer in een rapport van begin januari proberen duidelijk te maken hoever de werkgever mag gaan met het controleren van Internet-gebruik en hoe dit zich verhoudt met het recht op privacy van de werknemer. Kort gezegd komt het erop neer, dat de werkgever Internet-gebruik gericht mag controleren als er een redelijke verdenking is. Voor de vraag hoe te handelen als werkgever lijken reeds gewezen rechterlijke uitspraken de beste richtlijn.

Rechterlijke uitspraken

Voor het kantongerecht Utrecht diende vorig jaar een zaak waarbij een werknemer dagelijks urenlang porno-sites bleek te bezoeken. Het wettelijk kader waarin dergelijk gedrag geplaatst wordt, is het ?goed werknemerschap?. Een werknemer is op grond van de wet verplicht zijn werk naar beste kunnen te doen en dergelijk Internet-gebruik hoort daar niet bij. De arbeidsovereenkomst zou dan ook ontbonden zijn, ware het niet dat de kantonrechter alle omstandigheden mag meewegen en dat het in dit geval ging om een 55-jarige man met een 25-jarig smetteloos dienstverband en een gezin met twee kinderen waarvan één ernstig gehandicapt. Tegen zoveel zwaarwegende persoonlijke omstandigheden is geen kruid gewassen. De man mocht zijn baan houden. Daarbij was van belang dat de werknemer nooit was gewaarschuwd en er geen beleid was voor Internet-gebruik onder werktijd.

Geen bijzondere omstandigheden

Als dergelijke bijzondere omstandigheden zich niet voordoen, zal de rechter de arbeidsovereenkomst in beginsel beëindigen zonder vergoeding aan de werknemer.

Dit gebeurde kort geleden nog in Hilversum waarbij een werknemer die zich verweerde met de stelling dat een hacker op zijn computer had ingebroken om de bewuste sites te bezoeken. De kantonrechter vond het echter wat al te toevallig dat de hacker zich aan de kantoortijden van het bedrijf had gehouden.Misbruik van e-mail

Moeilijker is het bij misbruik van e-mail, omdat het hier gaat om persoonlijke correspondentie. Als de werkgever die achterhaalt, kan het zijn dat hij het recht op privacy van de werknemer schendt. De kantonrechter kan dan oordelen dat de werknemer zich schuldig maakt aan slecht werknemerschap, maar de werkgever aan slecht werkgeverschap. Het gevolg kan zijn dat er toch nog een vergoeding aan de werknemer betaald moet worden.

Wat dan te doen bij misbruik?

Extreme omstandigheden daargelaten, kan als vuistregel worden gehanteerd dat een enkel ontslag op staande voet een te groot risico is voor de werkgever en dat geldt ook bij Internet-misbruik. Als het tegenzit, resteert er een enorme loonbetalingsverplichting waar niets aan te doen is. Als u toch direct van een werknemer af wilt, kunt u het beste onmiddellijk contact opnemen met een advocaat en bezien wat de mogelijkheden zijn. Wachten betekent dan terreinverlies.

Als u zeker van uw zaak wilt zijn, kunt u de werknemer het beste eerst waarschuwen en in verband met het bewijs dat per aangetekende brief bevestigen. Nog beter is het om problemen voor te zijn door zelf een richtlijn voor Internet-gebruik te laten opstellen en deze te verspreiden onder het personeel.

Als het gaat om bezoek van vele uren van obscene sites of van tal van e-mails ten behoeve van privé-gebruik, dan zult u sterk staan in een procedure, vooral als er gewaarschuwd is en/of er regels zijn bekendgemaakt binnen het bedrijf. In verreweg de meeste uitspraken op dit gebied komt de rechter tot een ontbinding van de arbeidsovereenkomst zonder vergoeding aan de werknemer. terug 

 


 

RSI, het eerste vonnis in Nederland

Indien werknemers dag in dag uit in dezelfde stand handelingen verrichten is de kans groot dat na verloop van tijd spieren, pezen en zenuwen gaan protesteren en dat dit leidt tot arbeidsongeschiktheid. Deze klachten zijn bekend onder de afkorting RSI (Repetitive Strain Injury). Er zijn al veel RSI-gevallen waarin de werkgever aansprakelijk is gesteld en waarbij de WA-verzekeraar van de werkgever de aansprakelijkheid heeft erkend en de schade heeft betaald. Vreemd genoeg is pas zeer recent voor het eerst op dat punt een vonnis door de rechter gewezen.

De werknemer ging in 1978 als wikkelaar aan de slag. Dag in dag uit deed hij niets anders dan het wikkelen van koperdraad om een koker. In staande positie, naar beneden kijkend, aan een te hoge werktafel en een te lage stoel. Na een jaar of acht kreeg de werknemer pijnklachten. De werknemer meldde zich gaandeweg steeds vaker en langer ziek. In 1995 werd de werknemer definitief arbeidsongeschikt. Eind 1995 werd door een revalidatie-arts voor het eerst een verband gelegd tussen de klachten en het uitgevoerde werk. In 1997 stelde de werknemer zijn voormalige werkgever aansprakelijk. De WA-assuradeur van de werkgever betwistte de aansprakelijkheid en beriep zich bovendien op verjaring (termijn van vijf jaar).

Volgens de assuradeur zou de werknemer al in 1986 (toen de eerste klachten ontstonden) of in de vijf daaropvolgende jaren de werkgever aansprakelijk hebben moeten stellen. De rechter oordeelde anders door te stellen dat de werknemer pas op zijn vroegst in 1993 had kunnen begrijpen dat de werkgever ?tekortgeschoten was in de verplichting zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen aan de werknemer te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt?. Nu de werknemer gerekend vanaf 1993 binnen vijf jaar aan de bel had getrokken, was er geen sprake van ver-jaring. De werkgever werd aansprakelijk gehouden voor het niet treffen van maatregelen om de schade te voorkomen.

Hogere verzekeringspremies

De werkgever was uiteraard verzekerd en hoefde de schade niet uit eigen zak te betalen. Maar een werkgever die te pas en te onpas werknemers heeft die ziek en arbeidsongeschikt worden, krijgt wel te maken met hogere verzekeringspremies. Een werkgever die goed op zijn personeel past, die erop let dat de kans op letsel en schade zo klein mogelijk is, die het treffen van veiligheidsmaatregelen en de nakoming daarvan goed bewaakt, zal zien dat het mes aan twee kanten snijdt. Minder kans op uitval van werknemers en bovendien lagere verzekeringspremies. terug

 


 

Te laat betalen wordt (nog) duurder

Per 1 januari 2001 is de wettelijke rente verhoogd van zes naar acht procent. De wettelijke rente is de rente die de schuldeiser op basis van de wet kan vorderen van een schuldenaar die nalatig is in het voldoen van een geldsom.

Als uw leverancier of klant in gebreke blijft en dus toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van een overeenkomst, moet u hem in beginsel sommeren - in gebreke stellen - de overeenkomst na te komen, voor u zich tot de rechter kunt wenden. Het is verstandig de sommatie per aangetekende brief met bericht van ontvangst te verzenden. De schuldenaar kan dan niet meer zeggen dat hij de brief niet of pas weken later heeft ontvangen. Een sommatie kan achterwege blijven indien een voor de nakoming overeengekomen termijn verstreken is of als blijkt dat sommeren geen zin heeft. Of sommeren geen zin meer heeft, kan blijken uit mededelingen van de schuldenaar waaruit volgt dat deze niet zal nakomen of uit andere informatie. Als de fabriek die materialen zou leveren is afgebrand, heeft sommeren weinig zin.

Redelijke termijn

In de sommatie moet u de wederpartij een redelijke termijn bieden om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Betaalt de schuldenaar niet, dan is hij in verzuim. Over de periode van verzuim - vanaf de vervaldatum van de factuur tot het moment dat volledige betaling is ontvangen - is de schuldenaar schadeplichtig.

De schadevergoeding is gelijk aan de wettelijke rente, tenzij contractueel (algemene voorwaarden!) een hogere rente was overeengekomen. De hoogte van de wettelijke rente wordt bij Algemene Maatregel van Bestuur door de overheid vastgesteld en van tijd tot tijd aangepast. Per 1 januari 2001 is de wettelijke rente verhoogd van zes naar acht procent.

Buitengerechtelijke incassokosten

Naast de hoofdsom en de wettelijke rente kunnen door een incassobureau of advocaat ook buitengerechtelijke incasso-kosten worden gevorderd. Dit is geen vordering tot schadevergoeding maar dient ter dekking van de door de schuldeiser te maken kosten aan het incassobureau of de advocaat. De wettelijke rente is automatisch verschuldigd bij het intreden van de verzuimperiode. Om aanspraak te kunnen maken op buitengerechtelijke incassokosten is het noodzakelijk dat dit expliciet in de sommatiebrief is weergegeven. Ook voor wat betreft de buitengerechtelijke incassokosten bestaat de mogelijkheid in de algemene voorwaarden minimum bedragen of percentages overeen te komen. De rechter is hier evenwel niet aan gebonden en kan de gevorderde incas-sokosten matigen, indien zij hem buitensporig voorkomen. terug

 


 

Nieuwe wet tegen sekse-discriminatie op werk

Indien sprake is van ongelijke behandeling van groepen werknemers binnen een onderneming of instelling, kan een klacht bij de Commissie Gelijke Behandeling worden ingediend. Daarnaast is per 1 januari 2001 een wetswijziging in werking getreden die bij vermeende sekse-discriminatie op het werk de bewijslast naar de werkgever schuift. Indien de werknemer in een procedure bij de kantonrechter feiten naar voren brengt die kunnen wijzen op discriminatie op grond van geslacht, is het aan de werkgever om het tegendeel te bewijzen.

Als werkgever is het goed te weten dat een niet-objectief verschil in salariëring van werknemers kan leiden tot een klacht bij de Commissie Gelijke Behandeling. Die Commissie kan oordelen over alles wat met het werk te maken heeft: van de personeelsadvertentie tot en met de aanstelling. Er mogen bijvoorbeeld geen verschillen zijn in loon of vakantiedagen, promoties en de mogelijkheden om cursussen te volgen. Iedereen die rechtstreeks in zijn belangen is benadeeld kan een klacht indienen bij de Commissie.

Daarnaast kunnen ook ondernemingsraden en dienstcommissies bij de Commissie aankloppen. Het moet dan wel gaan om ongelijke behandeling binnen de eigen onderneming of instelling.

Het oordeel van de Commissie is juridisch niet bindend. In de praktijk blijkt dat het oordeel van de Commissie meestal wel geaccepteerd en nageleefd wordt. Dit zal mede te maken hebben met het feit dat de uitspraken van de Commissie gepubliceerd worden in de landelijke dagbladen en op de website www.cgb.nl.

Nieuwe wet

Bovendien kunnen de werknemers naar de kantonrechter stappen indien zij menen in hun belangen te zijn geschaad door ongerechtvaardigde discriminatie. Er bestond al een wettelijke regeling in het Burgerlijk Wetboek die bepaalt dat werkgevers geen onderscheid mogen maken tussen mannen en vrouwen. Per 1 januari 2001 is bovendien een wetswijziging in werking getreden, die bij vermeende sekse-discriminatie op het werk de bewijslast naar de werkgever schuift. Indien de werknemer in een procedure bij de kantonrechter feiten naar voren brengt die kunnen wijzen op discriminatie op grond van geslacht, is het aan de werkgever om het tegendeel te bewijzen.

Het is dus goed om binnen de organisatie na te gaan of er bij de werving en selectie, beloning en andere arbeidsvoorwaarden en/of bij ontslag al dan niet bewust onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen.. terug

 


 

Betere regels voor surséance van betaling

In het wetsvoorstel voor een nieuwe Faillissementswet komen betere regels voor de surséance van betaling (uitstel van betaling). De belangrijkste wijziging moet noodlijdende bedrijven een grotere kans op overleven bieden. Het is de bedoeling dat ondernemers geprikkeld worden om eerder uitstel van betaling te vragen en dat op deze manier kapitaalvernietiging wordt voorkomen.

De zogenaamde afkoelingsperiode wordt van twee tot vier maanden verlengd. Gedurende deze periode krijgt de bewindvoerder meer kansen om garanties voor het behoud van het noodlijdende bedrijf voor elkaar te krijgen. In deze tijd kan de leverancier niet zijn onbetaalde goederen terughalen. Ook de belastingdienst, de banken en de sociale verzekeraars hebben dan geen voorkeurspositie meer. De nutsbedrijven zijn verplicht gedurende de gehele afkoelingsperiode gas, water, elektriciteit en kabel en Internet-dienst te blijven leveren.

Overige wijzigingen

Volgens het wetsvoorstel kunnen niet meer een paar grote schuldeisers de zaak naar hun hand zetten en een akkoord dwarsbomen. Voor een akkoord is een gewone meerderheid van het aantal schuldeisers nodig, die samen minstens de helft van de totale schuld vertegenwoordigt. Als over een akkoord geen overeenstemming wordt bereikt, kan de rechter-commissaris besluiten tot een bindend dwangakkoord.

Er komt een centraal register voor faillissement, surséance van betaling en schuldsanering natuurlijke personen. Dit re-gister is openbaar en gratis te raadplegen. Uittreksels zijn te-gen betaling te verkrijgen. Hierdoor kunnen leveranciers veel beter en sneller te weten komen of de klant al dan niet failliet is.

Het kabinet hoopt dat met deze wettelijke aanpassingen het aanvragen van uitstel van betaling minder automatisch doorloopt in een faillissement en dat de ondernemer tijdens deze periode betere kansen krijgt zijn bedrijf nieuw leven in te blazen.

Een voordeel voor leveranciers is dat zo, in tegenstelling tot de situatie bij een faillissement, de kans veel groter is dat een deel van de onbetaalde rekening alsnog betaald wordt.

Verzoekschrift door advocaat

Onveranderd blijft dat voor het aanvragen van surséance van betaling het verzoekschrift door een advocaat bij de rechtbank moet worden ingediend. In een dergelijk geval is het dus zaak tijdig met een advocaat contact op te nemen.terug

 


 

Nieuwe eigenaar gebonden aan oude afspraken met huurder?

Is de nieuwe eigenaar van een verhuurd (bedrijfs)-pand gebonden aan afspraken die zijn gemaakt tus-sen de vorige eigenaar/verhuurder en de huurder?

In principe geldt het adagium: ?koop breekt geen huur?. Dit betekent dat ondanks de eigendomsoverdracht de huurder wordt beschermd. De bestaande huurovereenkomst moet dus door de nieu-we eigenaar worden gerespecteerd. Betekent dit echter dat andere rechten en verplichtingen die tussen de huurder en oude eigenaar bestonden ook overgaan op de nieuwe eigenaar? Uit de rechtspraak blijkt dat dit het geval is indien deze rechten en plichten onmiddellijk verband houden met het gebruik van het gehuurde en de te betalen huurprijs. Per geval wordt dit bekeken.

Recentelijk oordeelde de Hoge Raad over een huurder die een bedrijfshal huurde voor een periode van tien jaar en bij het sluiten van de huurover-eenkomst de verhuurder een geldbedrag leende voor de aankoop van deze bedrijfshal.

In de huurovereenkomst stond een bepaling opgenomen dat de huurder de huur mocht compenseren met vorderingen die hij op de verhuurder had of mocht krijgen. Door de huurder werd de huur vervolgens jaarlijks verrekend met de aflossing van de geldlening. Na faillissement van de verhuurder heeft een nieuwe eigenaar het pand gekocht van de curator. De huurder paste de verrekening vervolgens ook toe bij de nieuwe verhuurder. De Hoge Raad stemde hiermee in. Er was namelijk sprake van een recht dat onmiddellijk verband houdt met de huurovereenkomst. De omstandigheden die daarbij een rol spelen zijn bijvoorbeeld het feit dat beide overeenkomsten op dezelfde dag zijn gesloten en in beide overeenkomsten de bevoegdheid tot verrekening is opgenomen terzake van andere (toekomstige) vorderingen. Op deze wijze werd als het ware verwezen naar andere tussen partijen bestaande overeenkomsten en is de nieuwe eigenaar daaraan gebonden. Dat deze laatste hier geen weet van had, kan hem echter niet baten.

Ook in het nieuwe wetsvoorstel wordt een nieuwe eigenaar niet beschermd tegen aan hem niet bekende bedingen. Zorgvuldig onderzoek bij aankopen van onroerend goed is dus dringend gewenst.terug


 

e-mail: info@advocare.nl
terug naar de foldermolen

Aan dit nummer werkten mee:
mw. mr V.C. Kloppers, advocaat te Leiden,
mw. mr I.G. ter Laan, KvK te Amsterdam,
mr W.P.M. Mulder, advocaat te Alphen aan den Rijn,
mr J.S. Pen, advocaat te Amsterdam,
mr M.J. Resink, advocaat te Amsterdam,
<>mr P. Sieswerda, advocaat te Leeuwarden,
Prof. mr G.M.F. Snijders, advocaat te Utrecht.